Nummer : 13/2587/SGA
Betreft : [klager] datum: 14 augustus 2013
De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van
[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie De Marwei, te Leeuwarden.
Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie van 8 augustus 2013, inhoudende de verlenging van een eerder op 4 augustus
2013 opgelegde ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een andere verblijfsruimte dan een afzonderingscel, in afwachting van verder onderzoek naar het geweldsincident van 4 augustus 2013, voor de duur van twee weken, ingaande op 11 augustus 2012
en eindigend op 25 augustus 2013, alsmede van de mededeling van 8 augustus 2013 dat het bezoek van verzoeker achter glas dient plaats te hebben voor de duur van twee weken.
De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 12 augustus 2013 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 13 augustus.
1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval, nu het onderzoek naar het geweldsincident van 4 augustus 2013 nog niet is afgerond. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.
Ten aanzien van de maatregel van bezoek achter glas geldt dat – naar het voorlopige oordeel van de voorzitter - enig causaal verband tussen het geweldsincident in de inrichting en het bezoek van verzoeker niet aannemelijk is geworden. Gelet daarop is
de
beslissing om verzoeker slechts bezoek achter glas toe te staan onredelijk en onbillijk en komt dit onderdeel van het verzoek voor toewijzing in aanmerking.
2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de bestreden beslissing van de directeur ten aanzien van het bezoek achter glas, tot het moment dat de beklagcommissie op het onderliggende beklag zal hebben beslist. De voorzitter wijst het verzoek voor
het overige af.
Aldus gedaan door mr. A.G. Coumans, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 14 augustus 2013.
secretaris voorzitter