nummer: 13/2172/GA
betreft: [klager] datum: 29 oktober 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 5 juli 2013 van de beklagcommissie bij de locatie Norgerhaven te Veenhuizen,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 7 oktober 2013, gehouden in de locatie Norgerhaven, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. M. de Reus, en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.)
Veenhuizen, en [...], juridisch medewerker bij voormelde p.i.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van uitsluiting van deelname aan gemeenschappelijke activiteiten voor de duur van vier dagen, in afwachting van overplaatsing naar een andere inrichting en ter voorkoming van escalatie van een eerder voorval met een
medegedetineerde.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager dient te worden ontvangen in zijn beroep. Weliswaar is in eerste instantie een ‘pro-forma’ beroepschrift ingediend, maar dit is met gronden aangevuld binnen de daarvoor door de Raad gestelde termijn.
Primair wordt verwezen naar gronden voor het beroep zoals vermeld in het beroepschrift. Klager is van mening dat er geen noodzaak bestond voor de oplegging van onderhavige ordemaatregel. Klager had eerder een disciplinaire straf opgelegd gekregen naar
aanleiding van een probleem met een medegedetineerde. Die gedetineerde heeft daarna enige tijd elders verbleven. Vervolgens is hij teruggekeerd in de inrichting en pas na acht dagen, terwijl er geen problemen waren geweest, is klager in afzondering
geplaatst. Klager weet overigens niet of de betreffende medegedetineerde ook een ordemaatregel opgelegd heeft gekregen. In klagers ogen had die medegedetineerde een probleem met klager. Klager was niet de aanleiding voor dat probleem. Het had daarom
voor de hand gelegen als die medegedetineerde zou zijn ingesloten en niet klager. Het beroep dient daarom gegrond te worden verklaard en aan klager dient een tegemoetkoming te worden toegekend.
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Namens klager is een ‘pro-forma’ beroepschrift ingesteld. Dat beroepschrift was niet voldoende voorzien van gronden voor het beroep. Primair is de directeur daarom van mening dat klager niet zou mogen worden ontvangen in zijn beroep. Klager heeft
onenigheid met een medegedetineerde gehad. Klager heeft vervolgens een ordemaatregel van vier dagen uitsluiting van deelname aan activiteiten opgelegd gekregen. Volgens de directeur was de oplegging van die maatregel noodzakelijk teneinde een
confrontatie met die medegedetineerde te voorkomen. Deze medegedetineerde werd negatief beïnvloed door klager. De maatregel is opgelegd teneinde de veiligheid in de inrichting te waarborgen.
3. De beoordeling
De uitspraak van de beklagcommissie dateert van 5 juli 2013 en het beroepschrift is op
10 juli 2013 bij het secretariaat van de Raad ontvangen. Het beroep is daarom tijdig ingediend. Namens klager zijn de gronden voor het beroep bij schrijven van
7 augustus 2013 nader aangevuld. Die aanvulling is ontvangen binnen de daarvoor door het secretariaat gestelde termijn en mitsdien eveneens tijdig. Klager kan daarom worden ontvangen in zijn beroep.
Op grond van artikel 23 van de Pbw, kan de directeur een gedetineerde uitsluiten van deelname aan een of meer activiteiten indien dit (onder meer) in het belang van de handhaving van de orde en veiligheid in de inrichting dan wel van een ongestoorde
tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming noodzakelijk is, of indien dit ter bescherming van de betrokken gedetineerde noodzakelijk is.
Uit de mededeling van de bestreden beslissing komt naar voren dat tot de ordemaatregel is besloten in verband met die hiervoor genoemde belangen.
Een beslissing als de onderhavige dient zodanig te zijn gemotiveerd, dat daaruit de door de directeur gemaakte belangenafweging duidelijk wordt. Dat is hier niet het geval. Niet is weersproken door de directeur dat niet klager, doch de betreffende
medegedetineerde de agressor is geweest in het aan een en ander voorafgaande conflict. Onvoldoende is aannemelijk geworden dat klagers gedrag (mede) oorzaak is geweest voor het conflict. Ook wordt onvoldoende onderbouwd waarom klager voor zijn eigen
veiligheid moest worden uitgesloten van deelname aan activiteiten. Daarvoor is op zijn minst genomen enige aanwijzing nodig. Een dergelijke aanwijzing is gesteld noch aannemelijk geworden. Het vorenstaande in onderling verband en samenhang bezien maakt
dat moet worden geoordeeld dat de bestreden beslissing onvoldoende met redenen is omkleed. Die beslissing moet daarom als onvoldoende zorgvuldig tot stand gekomen worden aangemerkt en mitsdien als onredelijk en onbillijk.
De uitspraak van de beklagcommissie kan daarom niet in stand blijven en het beklag dient alsnog gegrond te worden verklaard.
De beroepscommissie acht termen aanwezig voor het toekennen van een financiële tegemoetkoming en zal de hoogte daarvan vaststellen op € 20,=.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 20,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, drs. R.K. Boelens en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 29 oktober 2013
secretaris voorzitter