Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1906/GA, 23 augustus 2013, beroep
Uitspraakdatum:23-08-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1906/GA

betreft: [klager] datum: 23 augustus 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. B.A.F. van Drimmelen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 13 mei 2013 van de beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer, waarbij aan klager geen tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Zoetermeer in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. B.A.F. van Drimmelen om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft geen tegemoetkoming toegekend, ondanks klagers gegrond verklaarde beklag dat de directeur een defect stopcontact niet heeft laten repareren en daarmee niet aan zijn zorgplicht heeft voldaan, op de gronden als in de aangehechte
uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Er is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend. Klager wordt in de uitspraak van de beklagcommissie vals beschuldigd. De beklagcommissie acht het niet onaannemelijk dat het stopcontact door klager of
zijn celgenoot onveilig is gemaakt. Deze beschuldiging wordt niet ondersteund door rapporten of verslagen. Klager acht het innerlijk tegenstrijdig dat de klacht ten aanzien van een onveilige situatie in de cel gegrond wordt verklaard, maar geen
tegemoetkoming wordt toegekend omdat klager zelf voor deze situatie zou hebben gezorgd.

De directeur heeft zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Genoemd ongemak bestond voor
klager uit het tekortschieten van de directeur in zijn zorgplicht, hetgeen heeft geleid tot klagers elektrische schok. Klager heeft daardoor ongemak ondervonden. De beroepscommissie komt daarom tot het oordeel dat het niet toekennen van een
tegemoetkoming niet als juist kan worden aangemerkt. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard. De beroepscommissie zal in zoverre de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en een tegemoetkoming vaststellen van € 5,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 23 augustus 2013

secretaris voorzitter

Naar boven