nummer: 13/2001/TA en 13/2086/TA
betreft: [klager] datum: 28 oktober 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager, namens hem ingediend door mr. W.E.R. Geurts,
en van het hoofd van FPC De Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,
gericht tegen een uitspraak van 26 april 2013 van de beklagcommissie bij de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 11 oktober 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], stafjurist.
Klagers raadsvrouw mr. W.E.R. Geurts was verhinderd ter zitting aanwezig te zijn en heeft verzocht om aanhouding van de behandeling van de beroepen, welk verzoek is afgewezen, waarna een schriftelijke toelichting is gezonden.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de screening van klagers Play Station 2 (PS 2).
De beklagcommissie heeft het beklag voor wat betreft de screening van de PS 2 ongegrond verklaard en het beklag voor wat betreft de duur van de screening en teruggave van de PS 2 gegrond verklaard en een tegemoetkoming van € 10,= toegekend op de
gronden
als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De door de beklagcommissie toegekende tegemoetkoming is te laag. Andere patiënten hebben exact dezelfde PS 2 als klager, maar alleen klagers
PS
2 moest gescreend worden. Voor screening van zijn PS 2 bestond echter geen enkele reden, omdat de PS 2 geen harde schijf, geen wifi en geen opslagcapaciteit heeft. Klager noteert alles en heeft daarom ook de datum van invoer van de PS 2 en de teruggave
van de PS 2 aan hem opgeschreven. Op 19 februari 2013 heeft hij alleen zijn pc en niet de PS 2 teruggekregen. Hij heeft echt tweeëneenhalve maand op teruggave moeten wachten. Zijn raadsvrouw kan dat bevestigen. Klager heeft personeel verzocht om een
schriftelijke mededeling van de datum van teruggave van zijn PS 2, maar heeft een dergelijke mededeling niet gekregen omdat hij anders in beklag zou gaan.
Klagers raadsvrouw heeft bij brief van 9 oktober 2013 bericht dat klager haar heeft meegedeeld dat klagers PS 2 op 15 februari 2013 is ingevoerd en dat hij deze na screening op 15 maart 2013 weer in zijn bezit heeft gekregen.
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Invoer van apparatuur moet altijd op aanwezige contrabande gescreend worden. Misschien wordt een uitzondering gemaakt als het om
nieuwe, nog verpakte apparatuur gaat, maar na een spitactie is het voorstelbaar dat alle invoer gescreend wordt. De inrichting wil zicht hebben op zaken die niet op apparatuur mogen staan. Bij de behandeling van het beklag wist de inrichting niet dat
het om de duur van de inbeslagname ging en daarom is daarover toen niets gezegd. Blijkens aantekeningen van de sociotherapie heeft klager op 19 februari 2013 zijn pc en PS 2 teruggekregen en heeft klager toen verklaard dat hij het er niet mee eens was
dat hij daar een weekend op heeft moeten wachten. Deze aantekeningen worden niet overgelegd, omdat het om werkaantekeningen gaat. In de werkaantekeningen van 15 maart 2013 is geen melding van teruggave van een PS 2 aan klager te vinden.
3. De beoordeling
Klagers raadsvrouw heeft verzocht om aanhouding van de behandeling van het beroep, omdat zij verhinderd was ter zitting te verschijnen en geen vervanging mogelijk was. De beroepscommissie heeft dit verzoek afgewezen, waarna klagers raadsvrouw een
schriftelijke reactie op het beroep van het hoofd van de inrichting heeft gegeven. De beroepscommissie acht zich op grond van de stukken en het behandelde ter zitting voldoende ingelicht om op het beroep te kunnen beslissen.
Het beroep van de inrichting (13/2001/TA) heeft betrekking op de gegrondverklaring van het beklag, voor zover dat ziet op de duur van de screening en teruggave van de PS 2 aan klager. Klagers beroep (13/2086/TA) ziet (gedeeltelijk) op de hem vanwege de
gegrondverklaring van dit beklagonderdeel door de beklagcommissie toegekende tegemoetkoming van € 10,=.
De beroepscommissie stelt vast dat uit onderzoek van de inrichting na de zitting en de uitspraak van de beklagcommissie naar voren is gekomen dat in de werkaantekeningen van de sociotherapie van 19 februari 2013 een melding is gemaakt van de teruggave
van onder meer klagers PS 2 aan klager en dat een dergelijke melding niet is te vinden in de werkaantekeningen van 15 maart 2013, de datum waarop klager stelt dat hij zijn PS 2 heeft teruggekregen. In het licht daarvan is niet aannemelijk te achten dat
klager de PS 2, die op 15 februari 2013 voor screening in beslag is genomen, eerst op 15 maart 2013 weer in zijn bezit heeft gekregen. De schriftelijke mededeling van klagers raadsvrouw dat klager haar heeft gemeld dat hij de PS 2 na screening op 15
maart 2013 heeft terug gekregen, kan in het licht van de werkaantekeningen van 19 februari 2013 niet tot een ander oordeel leiden.
Gelet hierop is het beroep van het hoofd van de inrichting gegrond en is klagers beklag alsnog ongegrond. Er bestaat daarom geen aanleiding klager een tegemoetkoming toe te kennen. Klagers beroep tegen de hoogte van de hem door de beklagcommissie
toegekende tegemoetkoming is daarom ongegrond.
Klagers beroep ziet verder op de ongegrondverklaring van het beklag betreffende de screening van zijn PS 2 na invoer daarvan in de inrichting.
Niet in geding is dat een PS 2 in principe een in de inrichting toegestaan apparaat is. Volgens onderdeel 2.8 van Bijlage 6 (Beleid Computerapparatuur, audiovisuele- en communicatiemiddelen) bij de huisregels van de inrichting die op 15 februari 2013
golden, wordt toegestane apparatuur regelmatig gecontroleerd. De beroepscommissie acht het niet onredelijk dat toegestane apparatuur na invoer op eventuele aanwezigheid van contrabande wordt gescreend teneinde in het belang van de orde en veiligheid in
de inrichting invoer van contrabande te voorkomen. Klagers beroep is daarom ook in zoverre ongegrond.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van het hoofd van de inrichting gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre en verklaart het beklag betreffende de duur van de screening en de teruggave van de PS 2 alsnog ongegrond.
De beroepscommissie verklaart het beroep van klager ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, mr.drs. T.A.M. Louwe en mr. R.M. Maanicus, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 18 oktober 2013
secretaris voorzitter