Nummer: 13/2088/GB
Betreft: [klager] datum: 24 oktober 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 19 juni 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft beslist tot plaatsing van klager in de Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) De Kijvelanden te Portugaal.
2. De feiten
Klager is sedert 24 januari 2012 gedetineerd. De rechtbank te Den Haag heeft klager op 18 juli 2012 veroordeeld tot een maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (isd-maatregel) voor de duur van twee jaar. Hij verbleef in het
Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) Scheveningen. Op 21 juni 2013 is hij geplaatst in de FPK De Kijvelanden.
3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager wil niet in een kliniek geplaatst worden. Hij wil zijn straf uitzitten in een ‘gewone’ inrichting. Hij wil teruggeplaatst worden naar het PPC Scheveningen.
Klager voelt zich zeer ongelukkig in de FPK De Kijvelanden en hij is sinds de plaatsing in de FPK De Kijvelanden al twee keer teruggeplaatst naar het PPC Scheveningen voor een ‘time out’. Klager is van mening dat hij ook niet thuishoort in het PPC,
maar
hij is bereid om zijn isd-maatregel in het PPC te ondergaan. De selectiefunctionaris heeft de plaatsing in de FPK De Kijvelanden mede gebaseerd op een aanstaande rechterlijke machtiging. Dit is onjuist. De rechterlijke machtiging komt, zolang de
isd-maatregel voortduurt, niet in beeld, omdat de isd-maatregel de voorliggende voorziening is. Klager is tevens van mening dat er sprake is van onwettig dan wel ongewenst manipulatief gedrag, omdat er sprake is van ‘forumshoppen’. De rechterlijke
machtiging is bij de rechtbank Rotterdam aangevraagd, omdat vaststaat dat de rechtbank Den Haag de rechterlijke machtiging niet zal geven.
Nu de selectiefunctionaris heeft gesteld dat klager in geval van een afwijzing van de rechterlijke machtiging teruggeplaatst zal worden naar het PPC Scheveningen, is niet in te zien waarom klager het definitieve besluit van de rechtbank niet kan
afwachten in het PPC Scheveningen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het PPC Scheveningen heeft de selectiefunctionaris, mede op advies van een psycholoog, verzocht klager te plaatsen in de FPK De Kijvelanden vanwege zijn psychische gesteldheid. De FPK De Kijvelanden is een goed beveiligde gesloten kliniek die klagers
behandeling conform de indicatiestelling heeft overgenomen. Klager wenst te worden teruggeplaatst omdat hij van mening is dat hij tussen allemaal gestoorde mensen verblijft. Klager is echter geplaatst op basis van een rechterlijke machtiging en
derhalve
is er geen sprake van vrijwilligheid. Klager kan slechts in overleg met de behandelaren worden teruggeplaatst naar het PPC Scheveningen.
4. De beoordeling
4.1. Aan klager is een maatregel als bedoeld in artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht opgelegd voor de duur van twee jaar. Het PPC Scheveningen heeft klager in het kader van de laatste fase van zijn isd-maatregel voorgesteld voor overplaatsing
naar de FPK De Kijvelanden.
4.2. Op grond van artikel 15, vijfde lid, van de Pbw kan de selectiefunctionaris, in geval van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van een gedetineerde, bepalen dat de gedetineerde naar een psychiatrisch
ziekenhuis als bedoeld in artikel 1, onder h, van de Wet bijzondere opneming in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) zal worden overgebracht.
4.3. In artikel 30, eerste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling) is bepaald dat indien plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis is geïndiceerd, de directeur van de inrichting waar klager
verblijft,
na overleg met de districtspsychiater, een daartoe strekkend advies indient bij de selectiefunctionaris. In de toelichting op dit artikel staat onder meer het volgende (voor zover hier van belang). Artikel 15, vijfde lid, van de Pbw, biedt de
mogelijkheid gedurende de detentie een (tijdelijke) plaatsing van een gedetineerde in een algemeen psychiatrisch ziekenhuis (APZ), een forensisch psychiatrische kliniek (FPK) of een psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis (PAAZ) te
realiseren. Daarnaast is in de toelichting bij dit artikel opgenomen dat een rechterlijke machtiging op grond van de Wet Bopz is vereist indien de gedetineerde niet instemt met een dergelijke plaatsing. Artikel 15, vijfde lid, van de Pbw biedt alleen
basis voor een vrijwillige plaatsing.
4.4. Klager heeft beroep ingediend tegen zijn plaatsing in de FPK De Kijvelanden, omdat hij niet in een kliniek wil worden geplaatst. Klager is, voordat het PPC Scheveningen het selectieadvies waarin klager wordt voorgesteld voor plaatsing in de FPK
De Kijvelanden aan de selectiefunctionaris heeft toegezonden, op de hoogte gesteld van de inhoud van dit advies en hij is daar niet mee akkoord gegaan. Uit het vorenstaande kan worden afgeleid dat klager niet instemde met een plaatsing in een FPK. Voor
de plaatsing van klager in de FPK De Kijvelanden was derhalve, gelet op de toelichting bij artikel 30 van de Regeling, een rechterlijke machtiging op grond van de Wet Bopz vereist. Uit de stukken en uit de telefonische inlichtingen van de
selectiefunctionaris en klagers behandelaar in het PPC Scheveningen is echter niet gebleken dat deze machtiging vóór klagers plaatsing in de FPK De Kijvelanden is afgegeven. Tevens is niet gebleken dat de machtiging inmiddels wel is gegeven. De
beroepscommissie is derhalve van oordeel dat de gevolgde procedure niet zorgvuldig is geweest, hetgeen tot het gegrond verklaren van het beroep en het vernietigen van de bestreden beslissing dient te leiden. De selectiefunctionaris zal worden
opgedragen
een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden,
in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 24 oktober 2013
secretaris voorzitter