Nummer : 13/3401/SGB
Betreft : [klager] datum: 23 oktober 2013
De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. S.G.H. van der Kamp,
namens
[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende op de afdeling voor beheersproblematische gedetineerden (BPG) van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught.
Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 73, vierde lid, juncto artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de tenuitvoerlegging van de beslissing van de selectiefunctionaris van 12 september 2013 tot plaatsing van verzoeker op de
BPG-afdeling van de p.i. Vught. De voorzitter heeft voorts kennis genomen van het bezwaarschrift van 13 september 2013, de beslissing op het bezwaarschrift van 10 oktober 2013, het op 15 oktober 2013 tegen de beslissing van de selectiefunctionaris
ingediende beroepschrift, alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de selectiefunctionaris van 21 oktober 2013.
1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van een verzoek om schorsing van een beslissing van de selectiefunctionaris slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde
is daarom slechts de vraag of de beslissing van de selectiefunctionaris is genomen in strijd met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de beslissing
van de selectiefunctionaris. De voorzitter overweegt hieromtrent het volgende.
Verzoeker is overgeplaatst naar de BPG-afdeling van de p.i. Vught vanwege de door de inrichtingspsycholoog bij de p.i. Grave geconstateerde beheersproblematiek van verzoeker. In de beslissing op het bezwaarschrift van 10 oktober 2013 wordt
uitdrukkelijk
vermeld dat de overplaatsing niet plaatsvindt op grond van het detentieverleden van verzoeker, maar op grond van het gedrag in de huidige detentie, waarmee – naar de voorzitter aanneemt – wordt bedoeld de detentie in de p.i. Grave. Verzoeker is vanuit
het PBC op 29 augustus 2013 geplaatst in de p.i. Grave en op 12 september 2013 geselecteerd voor de BPG-afdeling van de p.i. Vught. De beslissing tot overplaatsing dient derhalve te zijn gebaseerd op de korte periode dat verzoeker in de p.i. Grave
heeft
verbleven. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter zijn gedurende deze periode onvoldoende feiten en omstandigheden gebleken, die de beslissing tot plaatsing in een BPG kunnen dragen. In het selectieadvies van 10 september 2013 van de p.i. Grave
wordt aangedragen dat verzoeker zeer snel eisend, dwingend en dreigend is naar het personeel, maar een onderbouwing hiervoor ontbreekt. Ten aanzien van de twee incidenten die gedurende verzoekers verblijf in de p.i. Grave hebben plaatsgevonden, stelt
verzoeker onweersproken dat de tenuitvoerlegging van de aan hem op 4 september 2013 opgelegde disciplinaire straf na één dag is beëindigd en dat na onderzoek is gebleken dat verzoeker zijn cel niet met water heeft laten onderlopen (waarvoor de straf
was
opgelegd). Wat betreft het rapport van 6 september 2013 over kwetsende uitspraken van verzoeker jegens de medische dienst is onduidelijk welke uitlatingen door verzoeker zijn gedaan. Verzoeker is hiervoor ook niet disciplinair gestraft. Al met al acht
de voorzitter de onderbouwing van de bestreden selectiebeslissing mede ook gelet op de beslissing van de beroepscommissie van 11 juni 2013 met nummer 13/600/GB ten aanzien van een eerdere plaatsing van verzoeker op de BPG-afdeling van de p.i. Vught,
ontoereikend en is deze beslissing - naar het voorlopig oordeel van de voorzitter - onredelijk en onbillijk. Het verzoek om schorsing zal daarom worden toegewezen.
2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de selectiefunctionaris.
Aldus gedaan door mr. A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris
op 23 oktober 2013
secretaris voorzitter