Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1732/GA, 16 oktober 2013, beroep
Uitspraakdatum:16-10-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1732/GA

betreft: [klager] datum: 16 oktober 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. K.C. van Hoogmoed, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 28 mei 2013 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Haarlem,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 september 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel, is gehoord, [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Haarlem.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen. Klagers raadsvrouw heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een strafcel, wegens fraude bij een urinecontrole.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht. De oplegging van de disciplinaire straf voldoet niet aan de daaraan gestelde vereisten. Het rapport alsmede de disciplinaire straf zijn
niet ondertekend, er kan niet worden vastgesteld dat klager is gehoord voor de oplegging van de disciplinaire straf, onduidelijk is wie de disciplinaire straf heeft opgelegd en niet kan worden vastgesteld dat en wanneer de mededeling van disciplinaire
straf aan klager is uitgereikt.
Klager ontkent drugs te hebben gebruikt en bij de urinecontrole te hebben gefraudeerd. Klager had van de medische dienst de instructie gekregen dat hij veel moest drinken bij de aan hem verstrekte medicatie. De beklagcommissie heeft ten onrechte
aangenomen dat klager heeft gefraudeerd nu zij geen beschikking hadden over het laboratoriumrapport.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Uit klagers urinecontrole is een kreatininewaarde van 1.2 mmol/L gebleken. Een waarde onder de 2.0 mmol/L wordt aangemerkt als fraude bij een
urinecontrole. Tevens is gebleken dat klager softdrugs heeft gebruikt. Het herhalingsonderzoek bevestigt de uitkomsten. Navraag bij de medische dienst heeft uitgewezen dat er geen zaken bekend zijn ten aanzien van klager die kunnen bijdragen aan een
positieve urinecontrole. Tevens overlegt de directeur ondertekende exemplaren van de disciplinaire straf en het rapport en wordt het laboratoriumrapport overgelegd.
Ter zitting heeft de directeur verklaard dat hij klager persoonlijk heeft gehoord bij de afhandeling van zijn rapport. Personeelsleden hebben bij de medische dienst nagevraagd of aan klager het advies was gegeven om 3 liter water te drinken per dag
gelet op zijn medicatie. Dat advies heeft de medische dienst niet aan klager gegeven. De overgelegde disciplinaire straf is wel door de plaatsvervangend directeur persoonlijk opgesteld, maar de handtekening is van een collega plaatsvervangend
directeur.
Hij weet niet wanneer de disciplinaire straf is ondertekend.

Ter zitting is aan de directeur verzocht na te gaan of er een beschikking van de disciplinaire straf aanwezig is die is voorzien van een handtekening als mede van de datum en tijdstip van uitreiking. Per email van 30 september 2013 heeft de directeur
laten weten geen ondertekende exemplaren van het rapport en de disciplinaire straf te kunnen overleggen omdat de dossiers met de ondertekende exemplaren onlangs zijn opgeschoond en vernietigd.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Hiervoor is het volgende redengevend.

Uit de overgelegde stukken blijkt dat klager op 17 december 2012 een disciplinaire straf opgelegd heeft gekregen, welke hem op diezelfde dag is uitgereikt. Uit de stukken blijkt eveneens dat klager voorafgaand aan de oplegging van de disciplinaire
straf
is gehoord door de plaatsvervangend directeur. Bij de schriftelijke toelichting op het beroep door de directeur van 18 september 2013 zijn getekende versies overgelegd van zowel het rapport als de disciplinaire straf. Gelet hierop oordeelt de
beroepscommissie dat de aan klager opgelegde disciplinaire straf voldoet aan de hieraan gestelde formele vereisten. De omstandigheid dat de directeur niet in staat is gebleken om een kopie van de originele mededeling van de disciplinaire straf te
overleggen maakt dit niet anders. De beroepscommissie merkt daarbij wel op dat tot een ordentelijke rechtsgang behoort dat bestreden beslissingen beschikbaar blijven zodat zij kunnen worden ingebracht in procedures welke gericht zijn tegen deze
beslissingen.

Navraag bij de medische dienst heeft uitgewezen dat aan klager niet de instructie is gegeven dat hij 3 liter water per dag dient te drinken in verband met aan hem verstrekte medicatie. Het verweer van klager houdt dan ook geen stand. Nu uit de uitslag
van de urinecontrole bleek dat het kreatininegehalte in klagers urine te laag was, kon de directeur in redelijkheid de onderhavige disciplinaire straf aan klager opleggen. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, J.G.A. van den Brand en ing. M.J. Mulders, leden, in tegenwoordigheid van mr. T. Nauta, secretaris, op 16 oktober 2013

secretaris voorzitter

Naar boven