Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3217/STA, 2 oktober 2013, schorsing
Uitspraakdatum:02-10-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/3217/STA

betreft: [klager] datum: 2 oktober 2013

De voorzitter van de beroepscommissie uit de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. D.W.H.M. Wolters, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de Dr. Henri van der Hoevenkliniek te Utrecht, verder de inrichting te noemen.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 64 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt), van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van het hoofd van de inrichting van 27 september 2013, inhoudende de
intrekking van verzoekers transmuraal verlof.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 30 september 2013 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van het hoofd van voornoemde inrichting van 1 oktober 2013.

1. De standpunten
Namens verzoeker is het verzoek als volgt toegelicht.
Verzoeker was op 27 september 2013 onderweg naar zijn verlofadres in Groningen toen hem telefonisch door een medewerker van de inrichting werd meegedeeld dat hij diende terug te keren in verband met een positieve uitslag van een urinecontrole.
Verzoeker
zou positief scoren op alcohol, cocaïne en opiaten. Bij terugkeer in de inrichting is hem meegedeeld dat het hoofd van de inrichting zijn transmuraal verlof had ingetrokken. Verzoeker ontkent dat hij gebruik heeft gemaakt van verboden middelen. Voorts
is de urinecontrole niet conform de in de Regeling urineonderzoek verpleegden (hierna: de Regeling) beschreven procedure uitgevoerd. Er is sprake van een urinecontrole die is uitgevoerd op dezelfde wijze als beschreven in de uitspraak van de
beroepscommissie nummer 12/3789/TA van 26 april 2013. Gelet op de gebreken in de procedure kan aan de uitslag van de urinecontrole geen betekenis worden toegekend. Het hoofd van de inrichting heeft ten onrechte (de machtiging tot verlenen van) het
transmuraal verlof ingetrokken. Verzocht wordt om de tenuitvoerlegging van de beslissing te schorsen.

Uit de inlichtingen van het hoofd van de inrichting komt het volgende naar voren.
Verzoeker heeft zich niet aan een aan het transmuraal verlof verbonden voorwaarde gehouden, te weten het niet gebruiken van alcohol of drugs. Uit de urinecontrole van 24 september 2013 blijkt namelijk dat verzoeker cocaïne en opiaten heeft gebruikt.
Dit
is ook aan verzoeker meegedeeld. Het feit dat de urine is afgenomen met gebruikmaking van een vacutainer doet niet af aan de juistheid van de urinecontrole, zie 12/3789/TA onder 3. Voorts ontkent verzoeker dat hij verboden middelen heeft gebruikt. Dit
betekent dat er op dit moment geen analyse is van hetgeen is gebeurd en ook geen beleid kan worden gemaakt ten aanzien van de wijze waarop verzoeker veilig buiten de inrichting kan verblijven.

2. De beoordeling
Door de raadsman is aangegeven dat sprake zou zijn van een intrekking door het hoofd van de inrichting van de machtiging tot transmuraal verlof. Een dergelijke beslissing is voorbehouden aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en
(vooralsnog)
is niet gebleken dat hiervan sprake zou zijn. In de onderhavige procedure is alleen de beslissing van het hoofd van de inrichting om verzoekers transmuraal verlof in te trekken aan de orde.

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van een beslissing van het hoofd van de inrichting slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de
orde is de vraag of de beslissing tot intrekking van verzoekers transmuraal verlof in strijd is met het recht dan wel zodanig onredelijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de beslissing. Naar het oordeel van de
voorzitter is dat het geval. Namens verzoeker is gesteld en dit is door het hoofd van de inrichting niet betwist dat bij het onderhavige urineonderzoek gebruik is gemaakt van een zogenaamde vacutainer. Zoals aangegeven heeft de beroepscommissie in een
eerdere uitspraak betreffende een beroepszaak nummer 12/3789/TA van verzoeker gericht tegen de wijze waarop urinecontroles worden afgenomen in de inrichting op 26 april 2013 beslist dat de in de inrichting gebruikte methode waarbij gebruik wordt
gemaakt
van een vacutainer in strijd is met de in de Regeling beschreven procedure. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter rust derhalve de intrekking van verzoekers transmuraal verlof niet op goede grond en zal zij derhalve de tenuitvoerlegging van de
bestreden beslissing schorsen, in afwachting van de uitspraak van de beklagcommissie.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van het hoofd van de inrichting, in afwachting van de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 2 oktober 2013

secretaris voorzitter

Naar boven