Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/2527/SGA, 9 augustus 2013, schorsing
Uitspraakdatum:09-08-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 13/2527/SGA
Betreft : [klager] datum: 9 augustus 2013

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Groot Bankenbosch te Veenhuizen.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie van 2 augustus 2013, inhoudende de oplegging van een disciplinaire straf
van veertien dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, te weten een afzonderingscel ingaande op 2 augustus 2013 om 15.45 uur en eindigend op 16 augustus 2013 om 15.45 uur, wegens – kortweg – het te laat aankomen bij de
gebedsdienst in de locatie Norgerhaven, het zich niet direct terugmelden bij de locatie Groot Bankenbosch nadat hem de toegang tot de gebedsdienst was geweigerd – waardoor verzoeker zich zou hebben onttrokken aan het toezicht - en een poging tot het
invoeren van contrabande (een batterij van een mobiele telefoon en € 30,=) in de inrichting.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het bij heet schorsingsverzoek ontvangen klaagschrift en van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 7 augustus 2013.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval. Volgens de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek is de sanctie onder meer opgelegd voor het zich onttrekken aan het toezicht (waarop 7
dagen
afzondering staan). Gelet op de verklaring van verzoeker is thans niet duidelijk of hij zich aan het toezicht heeft onttrokken. Uit de informatie blijkt dat verzoeker per fiets om 11.45 uur is vertrokken van Bankenbosch met medegedetineerden om een
gebedsdienst in de locatie Norgerhaven bij te wonen. Om 13.02 uur heeft hij zich gemeld bij Norgerhaven (waar hem de toegang werd geweigerd) en om 14.15 uur was verzoeker, samen met de medegedetineerden, weer terug bij Groot Bankenbosch. Verzoeker
heeft
naar voren gebracht dat hij niet goed kan fietsen (waardoor hij is gevallen) en dat hij – nadat hem bij Norgerhaven de toegang was geweigerd – op medegedetineerden heeft gewacht. Hoewel niet duidelijk is of verzoeker de waarheid heeft verklaard (onder
meer omdat niet gezien is dat verzoeker voor Norgerhaven aan het wachten was), houdt de voorzitter rekening met de mogelijkheid dat de beklagcommissie tot het oordeel komt dat onvoldoende is gebleken dat verzoeker zich heeft onttrokken aan het
toezicht.
Daarnaast sluit de voorzitter niet uit dat - mocht de beklagcommissie wel vinden dat voldoende vaststaat dat betrokkene zich aan het toezicht heeft onttrokken - de beklagcommissie 7 dagen afzondering niet redelijk vindt gelet op de korte duur van die
onttrekking.
Het verzoek zal daarom worden toegewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van onderhavige beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang tot het moment dat de beklagcommissie op het beklag zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. J.D. den Hartog, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 9 augustus 2013.

secretaris voorzitter

Naar boven