Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0829/GB, 4 juni 2013, beroep
Uitspraakdatum:04-06-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/829/GB

Betreft: [klager] datum: 4 juni 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. K. Blonk, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 6 maart 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie De Schie afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 28 juni 2011 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de locatie Hoogvliet.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Het is onjuist dat klagers verzoek is afgewezen vanwege het korte strafrestant in verhouding tot de lengte van de wachtlijst voor de gevangenis van de locatie De Schie. Klager zit sinds 25
januari 2013 in voorlopige hechtenis. Zijn zaak staat op 7 mei 2013 gepland, waardoor nog niet is in te schatten hoe lang klager nog zal moeten zitten of hoe lang zijn strafrestant is. Klager heeft in zijn verzoek wel degelijk aangetoond (middels een
medische verklaring en zijn toelichting hierop) dat zijn oma hem niet kan bezoeken in de locatie Hoogvliet. Klagers oma is woonachtig in Rotterdam en voor een bezoek aan hem is zij aangewezen op de metro. De afstand van het metrostation naar de locatie
Hoogvliet is voor klagers oma niet op te brengen, omdat zij last heeft van haar rug en benen. Klagers oma is zijn enige familiebezoek en tevens is zij zeer belangrijk voor hem. Klagers oma is twee keer langs geweest en heeft daarvoor een taxi moeten
nemen. De kosten hiervan kan zij niet vaker bekostigen vanwege haar AOW uitkering. De reis naar de locatie De Schie is voor klagers oma goed met het openbaar vervoer te doen. Zij zou zelfs kunnen fietsen. Volgens klager had de selectiefunctionaris
eerst
informatie moeten opvragen omtrent de gezondheid van klagers oma, alvorens het verzoek meteen af te wijzen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Klager is preventief ingesloten voor het parket Rotterdam. De eerste plaatsing van een voorlopig gehechte gedetineerde die in afwachting is van berechting in
eerste aanleg geschiedt in een huis van bewaring, bij voorkeur gelegen in of toegewezen aan het arrondissement van vervolging. Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen
selectiecriterium. Dat het voor klagers bezoek lastig is om te reizen, is begrijpelijk maar niet onmogelijk. Uit onderzoek blijkt het verschil in de te lopen reistijd voor klagers oma, buiten de reistijd met de metro, tussen de locatie Hoogvliet en de
locatie De Schie minimaal te zijn. Bovendien heeft klager volgens de bezoekerslijst sinds 25 januari 2013 14 maal bezoek mogen ontvangen. Zodra klager is afgestraft, al dan niet in eerste aanleg, wordt er rekening gehouden met klagers voorkeur conform
het regionaliseringbeleid.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte in afwachting van plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Bezoekproblemen zijn inherent aan de detentiesituatie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen grond voor overplaatsing. Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekproblemen kan niet als een bijzondere omstandigheid worden
aangemerkt. Uit de medische informatie over klagers oma blijkt niet dat zij niet tot reizen naar de locatie Hoogvliet in staat wordt geacht. Bovendien is klager niet verstoken van bezoek. De beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van
alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 4 juni 2013

secretaris voorzitter

Naar boven