nummer: 13/1856/TA
betreft: [klager] datum: 27 september 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. A.L. Louwerse namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 3 juni 2013 van de beklagcommissie bij de Dr. Henri van der Hoevenkliniek te Utrecht, hierna de inrichting, voor zover daartegen beroep is ingesteld,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 6 september 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klagers raadsman mr. D.W.H.M. Wolters en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerker.
Klager, die in de gelegenheid was om zelfstandig naar de zitting te gaan, is niet ter zitting verschenen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. klagers avondmedicatie is hem niet verstrekt op 10 december 2012 en
b. klager heeft slechts eenmaal mogen luchten in de week van 10 december 2012 tot en met 17 december 2012.
De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in het beklag vermeld onder a. en het beklag vermeld onder b. ongegrond verklaard, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Met betrekking tot a:
Ten onrechte heeft de beklagcommissie geoordeeld dat niet duidelijk is op welke dag klagers klacht betrekking had. Klager heeft in beklag duidelijk aangegeven dat het ging om de eerste dag van zijn verblijf in de herstelkamer, te weten: 10 december
2012. Klagers medicatie is hem ten onrechte onthouden. Dit is in strijd met artikel 41, vierde lid aanhef en onder a, Bvt. Verzocht wordt om klager te ontvangen in het beklag. In de dagrapportage is niet expliciet opgenomen dat de medicatie aan klager
is verstrekt. Klager stelt dat de medicatie niet is verstrekt. Verzocht wordt om het beklag gegrond te verklaren en aan klager een tegemoetkoming van € 12,50 toe te kennen.
Met betrekking tot b:
Betwist wordt dat hem het luchten voor de hele week is aangeboden. Klager is eenmaal luchten aangeboden vanaf het moment dat hij weer in een gewone kamer verbleef. In de dagrapportages is niet terug te vinden dat aan klager luchten is aangeboden of dat
hij daadwerkelijk heeft mogen luchten. Als het zo zou zijn dat hem eenmalig is meegedeeld dat hij de hele week mocht luchten dan is dat niet voldoende. Het luchten moet op een concretere en actievere manier worden aangeboden. Klager heeft maar eenmaal
een uur mogen luchten in een week; dit is in strijd met artikel 43, derde lid, Bvt.
Verzocht wordt om klager een tegemoetkoming van € 10,= per dag toe te kennen, totaal € 60,=.
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Met betrekking tot a:
In de dagelijkse verslaglegging van 10 december 2012 is gerapporteerd dat klager zijn medicatie per dag zal krijgen. De groepsleiding, die op zondag op de groep aanwezig was, bevestigt dat de voorgeschreven medicatie aan klager is verstrekt. In de
eerste week dat klager was ingesloten, is geen medicatielijst bijgehouden. In de dagrapportages is niets terug te vinden over gedragsverandering die het gevolg had kunnen zijn van niet-verstrekte medicatie.
Met betrekking tot b:
Toen klager naar de herstelkamer werd gebracht is hem gezegd dat hij iedere dag gebruik zou kunnen maken van de patio. Op 18 en 19 december 2012 is beschreven dat hem verblijf in de buitenlucht is aangeboden. Op 19 december is beschreven dat hem ook
voor de daarop volgende week dagelijks gebruik van de patio is aangeboden. Klager weet dat hij gebruik mag maken van de patio en heeft, wanneer hem werd aangeboden om te luchten, dit iedere keer geweigerd.
3. De beoordeling
Met betrekking tot a. overweegt de beroepscommissie dat uit de stukken en de toelichting ter zitting voldoende duidelijk blijkt dat het beklag betrekking heeft op medicatieverstrekking op 10 december 2012. De beroepscommissie zal op dit punt de
uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog ontvangen in het beklag. De beroepscommissie acht, gelet op de stukken en de toelichting ter zitting, niet aannemelijk geworden dat klager op 10 december 2012 geen medicatie zou zijn
verstrekt en zal derhalve het beklag alsnog ongegrond verklaren.
Met betrekking tot b:
Hetgeen in beroep is aangevoerd, kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve op dit punt ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie met betrekking tot a. en verklaart klager alsnog ontvankelijk in het beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond. Zij verklaart het beroep met betrekking tot b. ongegrond en bevestigt
in
zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. J.M.L. Niederer en drs. J.E. Wouda, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 27 september 2013
secretaris voorzitter