Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1511/TA, 27 september 2013, beroep
Uitspraakdatum:27-09-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1511/TA

betreft: [klager] datum: 27 september 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. A.L. Louwerse namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 19 april 2013 van de beklagcommissie bij de Pompestichting te Nijmegen, hierna de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 september 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A.L. Louwerse, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting
[...], juridisch medewerker.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft
a. het niet voortvarend verlopen van klagers behandeling en
b. de weigering van bezoek tussen klager en zijn vriendin.

De beklagcommissie heeft klager ten aanzien van het beklag vermeld onder a. niet-ontvankelijk verklaard in het beklag en het beklag vermeld onder b. ongegrond verklaard, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft de raadsvrouw telefonisch gevraagd om beroep in te stellen. De raadsvrouw heeft om het kenmerk van het beklag gevraagd en klager heeft haar alleen het nummer van het beklag, vermeld onder a, gegeven en niet het kenmerk van het beklag
vermeld onder b. Het was de bedoeling van klager en zijn raadsvrouw om tegen de gehele uitspraak van de beklagcommissie beroep in te stellen. Klager kon op dat moment niet faxen. Verzocht wordt om ook voor wat betreft b klager te ontvangen in het
beroep.
Verwezen wordt naar de psychiatrische rapportage van 2 december 2011, waarin is aangegeven dat de focus dient te liggen op resocialisatie. Dit advies is niet gevolgd. Inmiddels zijn bijna twee jaren verstreken en verloopt klagers behandeling in die
tijd
te traag. Therapie wordt uitgesteld. Er is medicatie voorgesteld die klager nog steeds niet is verstrekt. Het behandelplan is te laat vastgesteld. Hij heeft tien à elf maanden op een inkomstenafdeling verbleven en de machtiging voor begeleid verlof is
nog niet ontvangen. Klager is gezegd dat als in april 2013 zijn vluchtanalyse zou zijn afgerond, er zo spoedig mogelijk verlof aangevraagd zou worden. Hij heeft een signaleringskaart ingevuld en hoorde een maand later dat die niet goed was. Hij staat
al
twee jaar met lege handen. Hij vertoont geen agressief gedrag. Dit wordt negatief uitgelegd. Gezegd wordt dat hij niet wil meewerken. Dit is niet juist. Als klager nog twee jaar op resocialisatie moet wachten, houdt het voor hem op. Hij wil
resocialiseren vanuit de Pompestichting.
In de zesjaarrapportages, die inmiddels zijn besproken met klager, zal wederom worden geadviseerd om klagers, gemaximeerde, tbs te beëindigen. In de diagnose is geen stoornis opgenomen.
Klager is ontvankelijk in het beklag, omdat de inrichting handelt in strijd met artikel 2 Bvt.
Voorts komt er geen bezoekregeling tot stand met zijn vriendin, die in een andere tbs-inrichting verblijft. Zij staan op het punt om te gaan trouwen en hebben al een paar jaar een relatie. Hij heeft zijn vriendin al twee jaar niet gezien.
Voor gedetineerden is onderling bezoek wel mogelijk. Klager had al lang verlof moeten hebben. Klager wordt beperkt in zijn recht op family life.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het beroep met betrekking tot b. is te laat ingediend. In het beroepschrift van 7 mei 2013 is alleen vermeld dat beroep wordt ingesteld met betrekking tot a. Pas uit de toelichting op het beroep van 27 mei 2013 volgt dat ook beroep met betrekking tot
b.
is ingesteld.
De inrichting stelt zich welwillend op ten opzichte van het bezoek van/aan klagers vriendin, maar het bezoek is afhankelijk van hetgeen de inrichting waar zijn vriendin verblijft ervan vindt. Na een eerdere voorwaardelijke beëindiging van zijn tbs is
klager samen met zijn partner ontvlucht. Klager heeft goed meegewerkt aan een ontvluchtingsanalyse, heeft die in april 2013 afgerond. Er dient nu een update van de delictanalyse te volgen. Als er nu verlof zou worden aangevraagd zou die aanvraag niet
compleet zijn en zou de aanvraag worden afgekeurd. Klager neemt een wisselende houding aan voor wat betreft zijn ontvluchting. Hij heeft te weinig uit zijn behandeling gehaald. Hij ontkent zijn indexdelict.
Het plan is om binnen drie maanden begeleid verlof te verlenen en direct daarna onbegeleid verlof. De aanvraag voor begeleid en onbegeleid verlof worden tegelijkertijd ingediend.

Uit een faxbericht van de juridisch medewerker van 17 september 2013 volgt dat zij ter zitting heeft verklaard dat klager zijn indexdelict ontkent, maar dat dit genuanceerd dient te worden: klager bagatelliseert en externaliseert zijn indexdelict en
heeft weinig empathisch vermogen ten opzichte van zijn slachtoffers.

Een afschrift van het faxbericht is toegestuurd aan klager en zijn raadsvrouw.

3. De beoordeling
Met betrekking tot a:
Klager is het niet eens is met het verloop van zijn behandeling. Naar het oordeel van de beroepscommissie is zij noch de beklagcommissie bevoegd te treden in de door een inrichting voorgestane behandeling. Niet aannemelijk is geworden dat klager geen
behandeling wordt aangeboden. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan derhalve naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie.

Ten overvloede merkt de beroepscommissie op dat klagers stelling dat de behandeling niet heel voortvarend verloopt juist lijkt te zijn. In het licht van het advies als vermeld in de psychiatrische rapportage van 2 december 2011, die inhoudt dat een
klassiek resocialisatieproces met proefverlof en een totale tbs-duur van circa drie tot vier jaar wordt aanbevolen, heeft de beroepscommissie er wel begrip voor dat inmiddels bij klager ongeduld is opgewekt.

Met betrekking tot b:
Namens het hoofd van de inrichting is verzocht om klager ter zake niet-ontvankelijk in het beroep te verklaren, omdat pas in de nadere toelichting van 27 mei 2013, te laat, is aangegeven dat ook beroep met betrekking tot b. is ingesteld.

Door de raadsvrouw is ter zitting verklaard dat klager enkel telefonisch aan haar kon verzoeken om beroep in te stellen en dat hij daarbij abusievelijk maar één van de beklagnummers heeft vermeld. In haar nadere toelichting op het beroep heeft de
raadsvrouw vervolgens aangegeven dat bedoeld is om tegen de gehele uitspraak van de beklagcommissie beroep in te stellen. De beroepscommissie volgt de uitleg van de raadsvrouw en ontvangt klager ook met betrekking tot b. in het beroep.

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing kan leiden dan die van de beklagcommissie. Niet is gebleken dat het recht op family life zou zijn geschonden. De beroepscommissie heeft hierbij
in acht genomen dat namens het hoofd van de inrichting is aangegeven dat de inrichting zich welwillend opstelt ten opzichte van het bezoek van/aan klagers vriendin en dat het voornemen is om binnen drie maanden verlof voor klager aan te vragen.

Het beroep zal, gelet op het bovenstaande, ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie zal worden bevestigd met aanvulling van de gronden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. J.M.L. Niederer en drs. J.E. Wouda, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 27 september 2013

secretaris voorzitter

Naar boven