Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1801/JA en 13/2188/JA, 23 september 2013, beroep
Uitspraakdatum:23-09-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummers: 13/1801/JA en 13/2188/JA

betreft: [klager] datum: 23 september 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van de bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften ingediend door respectievelijk mr. A.F.M. den
Hollander en mr. S.C. van Paridon namens

[...], geboren op [1995], verder te noemen klager,

gericht tegen twee uitspraken van 5 juni 2013 van de beklagcommissie bij de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Rentray te Lelystad, betreffende a. de (interne) overplaatsing van de leefgroep Kuala Lumpur naar de leefgroep Parijs (13/1801/JA) en b. een
ordemaatregel van een dag afzondering in een andere verblijfsruimte dan een afzonderingscel op 4 april 2013, c. een disciplinaire straf van een dag opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel op 5 april 2013 en d. een pedagogisch
programma
voor de duur van vier dagen ingaande op 6 april 2013 ((13/2188/JA),

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.

Ter zitting van de beroepscommissie van 4 september 2013, gehouden in de j.j.i. De Heuvelrug, locatie Eikenstein te Zeist, zijn gehoord klagers raadsman mr. S.C. van Paridon en namens de directeur van j.j.i. Rentray [...], behandelcoördinator.

Klager heeft afstand gedaan van het recht om ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Met betrekking tot a. overweegt de beroepscommissie dat de interne overplaatsing van de leefgroep Kuala Lumpur naar de leefgroep Parijs, die overigens niet ten nadele van klager is gebleken, geen beslissing betreft in de zin van artikel 65 Bjj en zij
zal derhalve de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk in het beklag verklaren.

Hetgeen in beroep met betrekking tot b tot en met d. is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.
Overigens volgt uit de Bjj en/of andere in de inrichting geldende regelgeving geen verplichting voor de directeur om betreffende schriftelijke mededelingen te faxen aan klagers advocaat, heeft klager zelf tijdig beklag kunnen instellen en geen nadeel
ondervonden.

2. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt voor wat betreft a. (13/1801/JA) de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager op dit punt alsnog niet-ontvankelijk in het beklag.
Zij verklaart het beroep met betrekking tot b. tot en met d. (13/2188/JA) ongegrond en bevestigt op deze punten de uitspraak van de beklagcommissie.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J. Calkoen-Nauta, voorzitter, prof. dr. P.H. van der Laan en R. van Benthem RA, leden, bijgestaan door de secretaris, mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 23 september 2013

secretaris voorzitter

Naar boven