Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1535/JA, 23 september 2013, beroep
Uitspraakdatum:23-09-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1535/JA

betreft: [klager] datum: 23 september 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1993], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 6 mei 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Rentray te Lelystad,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 4 september 2013, gehouden in de j.j.i. De Heuvelrug, locatie Eikenstein te Zeist, zijn gehoord klager en namens de directeur van j.j.i. Rentray [...], behandelcoördinator.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a. de intrekking van klagers verlof voor de duur van twee weken ingaande op 21 januari 2013 en de intrekking van klagers meerdaags verlof;
b. de hoogte van de aan klager aangeboden vergoeding in verband met beschadiging/vermissing van klagers eigendommen;
c. de plaatsing in een pedagogisch programma voor de duur van zeven dagen ingaande op 24 januari 2013 en
d. het zich niet ziek mogen melden tijdens een pedagogisch programma.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
a. Hij is tweemaal te laat gekomen en heeft in een auto gereden zonder rijbewijs. Daarna is zijn verlof afgepakt. Ook zijn meerdaagsverlof, waarvoor de aanvraag al was ingediend, is ingetrokken, terwijl hem al een sanctie was opgelegd.
Hij heeft een afspraak bij het ROC gemist, omdat hij het weekend tevoren pas een uitnodiging daarvoor had ontvangen. Op het laatste moment kreeg klager te horen dat er verlof zou worden verleend om naar de afspraak te gaan. Hij wist niet precies waar
het was en zou sowieso te laat zijn gekomen. De volgende dag heeft klager gebeld en gevraagd of de afspraak verzet kon worden. Dat was niet mogelijk. Dat er een urinecontrole zou worden afgenomen, is niet de reden dat hij niet naar het ROC is gegaan.
Hij zou die week in ieder geval op dinsdag naar buiten gaan.
b. Door de inrichting is € 150,= compensatie aangeboden, maar dit bedrag is te laag en klager heeft het daarom niet geaccepteerd. Bij de spitactie zijn eigendommen van de jongeren op elkaar gelegd, door elkaar gegooid en in zakken gedaan. Hierbij is
inkt op de kleding terechtgekomen. De kleding is naar de stomerij gebracht, maar de inktvlekken zijn er niet uitgegaan. De kleding heeft de inrichting verlaten zonder klagers toestemming. Hij heeft gezien dat zijn horloges op de grond lagen. Klager
heeft bijna geen kleding meer zonder inktvlekken. Andere jongeren hebben voor veel minder kleding € 75,= gekregen. Klager wordt niet gelijk behandeld. De kleding is niet tegelijk aangeschaft. Misschien heeft zijn moeder nog wat bonnen thuis. Zijn
zonnebril van het merk Carrera, die op zijn bureau lag, is verdwenen na de spitactie.
c. Hij had een tv van een andere jongen gekregen en wist dat hij geen tv op kamer mocht hebben tijdens het pedagogisch programma. Om die reden is zijn pedagogisch programma met een dag verlengd. Een andere jongen had boxen, die ook niet waren
toegestaan, op kamer en kreeg geen dag extra. Klager wordt niet gelijk behandeld.
d. Tijdens het pedagogisch programma was klager ziek, maar hij mocht zich niet ziek melden. Hij had het koud en dan weer warm, voelde zich ziek. Voor iets dat vanzelf overgaat, gaat hij niet naar de huisarts. Het was hem niet bekend dat hij zich
tijdens
het pedagogisch programma niet ziek mocht melden.
Inmiddels heeft hij meerdaagsverlof en mag hij drie nachten buiten de inrichting overnachten. Het gaat goed, hij heeft alleen nog werk nodig, maar dat is momenteel moeilijk te vinden. Het verblijf op de groep verloopt goed. Zijn p.i.j.-maatregel is met
een jaar verlengd. Hij heeft zich aangemeld voor een logistieke studie bij het ROC. Hij gaat thuiswonen en werken.

Klager heeft de beroepscommissie twee zakken met merkkleding en Nike schoenen met inktvlekken getoond. Hij heeft voorts aan de beroepscommissie een lijst met kleding overgelegd die volgens klagers opgave zijn raadsman eerder aan de directeur heeft
toegestuurd.

Namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
a. In verband met het te laat terugkeren van verlof en het rijden in een auto zonder rijbewijs is klagers verlof voor de duur van twee weken ingetrokken. De aanvraag voor meerdaagsverlof was nog niet naar de Minister gestuurd. De aanvraag moest eerst
worden voorgelegd aan de officier van justitie. Als een jongere onbegeleid naar buiten gaat, wordt er altijd een urinecontrole afgenomen.
b. De vertegenwoordiger van de directeur is niet bij het strippen van de kamers aanwezig geweest. Het personeel is zorgvuldig omgegaan met de eigendommen van klager. De (schade aan de) horloges is/zijn getaxeerd door een juwelier. Twee personeelsleden
waren hierbij aanwezig. Van belang is of de jongere bonnen kan overleggen.
c. Dit vond plaats in een moeilijke periode. Er was sprake van veel incidenten, buiten klagers schuld om. Klager weet dat een tv op kamer tijdens een pedagogisch programma niet is toegestaan en dat daar een sanctie op volgt. Hij had de tv stiekem op
kamer.
d. Ziekmelden kan altijd. Jongeren hebben echter de neiging zich erg makkelijk ziek te melden als hen een pedagogisch programma is opgelegd. Om het ziekmelden niet te aantrekkelijk te maken is de regel dat de ziek gemelde dagen van een pedagogisch
programma moeten worden ingehaald.
Het gaat momenteel heel goed met klager. Hij werkt toe naar een STP. Hij heeft een moeilijke tijd achter de rug, maar de inrichting is momenteel erg tevreden over hem.

3. De beoordeling
Met betrekking tot a, de intrekking van klagers meerdaags verlof, overweegt de beroepscommissie dat ten tijde van het beklag (nog) geen meerdaags verlof aan klager was verleend en dat daarom geen sprake kan zijn van een beslissing tot intrekking van
meerdaags verlof. Klager kan op dit punt niet in het beklag worden ontvangen.

Hetgeen in beroep met betrekking tot a, intrekking van klagers verlof voor de duur van
twee weken ingaande op 21 januari 2013, en c is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal daarom in zoverre ongegrond worden verklaard.

Met betrekking tot b overweegt de beroepscommissie dat zij anders dan de beklagrechter een vergoeding van € 150,= voor klagers met inkt bevlekte merkkleding en - schoenen, de vermissing van zijn zonnebril, hetgeen door de inrichting niet is betwist, en
de beschadiging van klagers horloges te laag acht. In zoverre acht zij het beroep en het beklag gegrond. Hoewel klager geen bonnen heeft kunnen overleggen, acht de beroepscommissie gelet op de grote hoeveelheid ter zitting getoonde bevlekte merkkleding
en -schoenen, en nu niet betwist is dat dit de goederen betreft waar het om gaat, een hogere vergoeding in de vorm van een tegemoetkoming op zijn plaats. Ervan uitgaande dat door een juwelier in het bijzijn van twee personeelsleden is bepaald dat
klagers horloges imitaties zijn, acht zij, gelet op het bovenstaande, een tegemoetkoming van € 250,= passend en geboden.

Met betrekking tot d overweegt de beroepscommissie dat het beklag geen beslissing betreft in de zin van artikel 65 Bjj en zal zij op dit punt klager alsnog niet-ontvankelijk in het beklag verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt voor wat betreft a, intrekking van klagers meerdaags verlof, en d de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager in zoverre alsnog niet-ontvankelijk in het beklag.
Zij verklaart het beroep met betrekking tot b gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter, verklaart het beklag gegrond en kent klager ter zake een tegemoetkoming van € 250,= toe.
Zij verklaart het beroep met betrekking tot a, intrekking van klagers verlof voor de duur van twee weken met ingang van 21 januari 2013, en c ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J. Calkoen-Nauta, voorzitter, prof. dr. P.H. van der Laan en R. van Benthem RA, leden, bijgestaan door de secretaris, mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 23 september 2013

secretaris voorzitter

Naar boven