Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/2282/GB, 23 september 2013, beroep
Uitspraakdatum:23-09-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/2282/GB

Betreft: [klager] datum: 23 september 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. M. de Reus, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 11 juli 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 1 april 2012 gedetineerd. Hij verbleef in de p.i. Dordrecht. Op 4 juli 2013 is hij overgeplaatst naar de p.i. Krimpen aan den IJssel, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager erkent in de p.i. Dordrecht te zijn bedreigd, overigens niet vanwege beweerdelijk openstaande schulden. Klager wenst overgeplaatst te worden naar de p.i. Veenhuizen en niet naar de p.i. Krimpen aan den IJssel omdat hier familieleden van
medegedetineerden uit de p.i. Dordrecht gedetineerd zouden zitten. Klager heeft, op eigen initiatief, contact gezocht met De Waag. Deze hulpverlening kan echter ook geboden worden in de omgeving van de p.i. Veenhuizen. Klager weet niet waar hij zich na
het einde van zijn detentie zal vestigen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
In het belang van zijn eigen veiligheid werd klager voorgesteld voor overplaatsing. Klager heeft schulden gemaakt bij medegedetineerden en werd bedreigd. Klager wenste overgeplaatst te worden naar de p.i. Veenhuizen. Gelet op de reeds ingezette, hoogst
noodzakelijk geïndiceerde interventies en re-integratie in de regio Den Haag waar klager zich, na zijn detentie, zou vestigen, is besloten tot overplaatsing naar de p.i. Krimpen aan den IJssel. De selectiefunctionaris heeft besloten om niet in het
verzoek van klager mee te gaan, daar de p.i. Veenhuizen grootschalig is en mede gelet op de problematiek op grond waarvan klager is overgeplaatst en het feit dat klager diverse malen is gesanctioneerd in detentie. Er zijn geen redenen om aan te nemen
dat familieleden van de “bedreigers” in de p.i. in Krimpen aan den IJssel verblijven.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis p.i. Krimpen aan den IJssel is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt, mede in aanmerking genomen dat er in Dordrecht
kennelijk bedreigingen jegens klager zijn geuit en dat de argumenten van de selectiefunctionaris om klager niet in de p.i. Veenhuizen te plaatsen de beroepscommissie plausibel voorkomen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van M.E.H. Nijp, secretaris, op 23 september 2013

secretaris voorzitter

Naar boven