Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1901/TA, 26 september 2013, beroep
Uitspraakdatum:26-09-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1901/TA

betreft: [klager] datum: 26 september 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.W.H.M. Wolters, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een mondelinge uitspraak van 13 juni 2013 van de beklagcommissie bij FPC De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. D.W.H.M. Wolters om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de stagnatie van de aanvraag voor onbegeleid verlof.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De hoofdbehandelaar van klager heeft toezeggingen gedaan over het indienen van een verlofaanvraag. Een klacht over geschonden gerechtvaardigde verwachtingen dan wel niet nagekomen toezeggingen is wel ontvankelijk. Verwezen wordt naar uitspraak
11/579/JA
van de beroepscommissie. Bovendien kan handelen van inrichtingswerkers beklagwaardig zijn als dit handelen voortvloeit uit de vervulling van opgedragen taken. Daarvan is hier sprake. Verwezen wordt naar uitspraak 09/3160/GA van de beroepscommissie.
De argumenten van de inrichting kunnen het niet waarmaken van de gerechtvaardigde verwachtingen niet dragen.

Het hoofd van de inrichting heeft in beroep verwezen naar zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie en gemeld dat hij de uitspraak van de beklagcommissie onderschrijft.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Hierbij is in aanmerking genomen dat de wetgever in de Bvt bewust een beperkt beklagrecht heeft opgenomen
en het niet aanvragen van verlof uit behandeloverwegingen niet onder het beklagrecht valt. De uitspraken waarnaar klager heeft verwezen hebben geen betrekking op de Bvt en kunnen niet tot een ander oordeel leiden.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 26 september 2013

secretaris voorzitter

Naar boven