nummer: 13/2077/GA
betreft: [klager] datum: 5 september 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 19 juni 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman mr. G.R. Stolk om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een lekkage op klagers cel.
De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt – zakelijk weergegeven – als volgt toegelicht. De beklagrechter heeft pas op 19 juni 2013 klagers klachten behandeld en uitspraak gedaan, terwijl het klaagschrift al op 7 maart
2013 is ingediend. In een nadere reactie heeft klager daaraan toegevoegd dat het niet klopt dat hij de beklagcommissie niets te zeggen zou hebben en zou zijn weggelopen.
De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Klager heeft op 7 maart 2013 zijn klacht ingediend. Deze is eerst ter zitting van
19 juni 2013 behandeld en op diezelfde datum heeft de beklagrechter uitspraak gedaan. De beroepscommissie constateert dat de beklagrechter aldus het beklag niet heeft afgedaan binnen de in het eerste lid van artikel 67 van de Pbw vermelde termijn.
Nu de wetgever aan de overschrijding van de wettelijke termijn evenwel geen sanctie heeft verbonden, volstaat de beroepscommissie met de constatering dat het tijdsverloop tussen klacht en uitspraak in eerste aanleg in de onderhavige zaak te lang is. Er
bestaat geen wettelijk aanknopingspunt om het beklag om die reden gegrond te verklaren.
Overigens komt de beroepscommissie tot het oordeel dat de beklagrechter op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 5 september 2013.
secretaris voorzitter