nummer: 13/2005/TA
betreft: [klager] datum: 11 september 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 21 juni 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij de Pompestichting te Nijmegen, betreffende a. het niet op juiste wijze verrichten van een bloedonderzoek en b. het niet doorgaan van verlof,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in het beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De beoordeling
Klager heeft aangevoerd het niet eerlijk te vinden dat zijn beroep schriftelijk wordt afgedaan. De beroepscommissie wijst, voor zover klager bedoeld heeft hiermee een verzoek te doen om het beroep mondeling toe te lichten, dit verzoek af nu enige
onderbouwing daarvoor ontbreekt. De beroepscommissie acht zich op grond van de stukken voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen.
Met betrekking tot b. overweegt de beroepscommissie dat uit de reactie van het hoofd van de inrichting volgt dat in de periode van 5 oktober 2012 tot en met 30 april 2013 klagers verlof vier keer niet kon doorgaan in verband met personeelsgebrek en dat
klager in die periode 41 keer met verlof is gegaan. Verhoudingsgewijs is daarmee naar het oordeel van de beroepscommissie niet sprake van een situatie van frequent niet doorgaan van verlof vanwege personeelsgebrek, zoals in bijvoorbeeld de uitspraak
08/1600/TA d.d. 20 november 2008 aan de orde.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagrechter zal worden bevestigd met ten
aanzien van b. aanvulling van de gronden.
2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met ten aanzien van b. aanvulling van de gronden.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 11 september 2013
secretaris voorzitter