Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1882/GB, 27 augustus 2013, beroep
Uitspraakdatum:27-08-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/1882/GB

Betreft: [klager] datum: 27 augustus 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.J. Sol, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 11 juni 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift gericht tegen de beslissing tot afwijzing van klagers verzoek tot plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 27 oktober 2011 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de penitentiaire inrichting Dordrecht. Op 16 juli 2012 is hij geplaatst in de gevangenis van de locatie De Torentijd te Middelburg, waar een regime van algehele gemeenschap
geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Hoewel in het bezwaarschrift uitdrukkelijk en gemotiveerd is aangegeven dat het een bezwaarschrift op voorlopige gronden betreft en het bezwaar zal worden aangevuld
indien de stukken waarop de beslissing is gebaseerd aan klagers gemachtigde zijn gezonden, heeft de selectiefunctionaris op het bezwaar beslist zonder de gevraagde stukken aan klagers gemachtigde toe te zenden en zonder klager in de gelegenheid te
stellen de gronden aan te vullen. Uiteindelijk bleek dat de selectiefunctionaris ook niet over de nadere stukken (adviezen) beschikte. Reeds hierom dient het beroep gegrond te worden verklaard. De beslissing is immers niet genomen met inachtneming van
alle onderliggende adviezen. Bovendien heeft de selectiefunctionaris verzuimd de stukken op te vragen en aan klagers gemachtigde te sturen. In aanvulling op het beroep verwijst klagers raadsman naar een e-mailconversatie tussen de selectiefunctionaris
en de locatie De Torentijd te Middelburg. Volgens klagers raadsman blijkt hieruit dat er geen onderliggende adviezen zijn. Er is slechts een samenvatting van het advies van het Openbaar Ministerie. Nu de adviezen ontbreken kan niet worden nagegaan of
de
adviezen aan de daaraan te stellen vereisten voldoen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Het verzoek is afgewezen, omdat klager recent twee keer disciplinair is gestraft omdat hij een telefoon op zijn cel had en omdat hij
had gevochten met een medegedetineerde. Verder dient het volgens de selectiefunctionaris zeker te zijn dat klager gedurende zijn verblijf in een b.b.i. kan worden behandeld bij De Waag. Indien klager zijn gedrag verbetert en er met de behandeling kan
worden gestart, kan klager opnieuw een verzoek om plaatsing in een b.b.i. doen. In het selectieadvies is alle informatie opgenomen waarop de selectiefunctionaris de beslissing heeft gebaseerd. Klagers raadsman is in het bezit van het selectieadvies. De
selectiefunctionaris heeft geen reden om te twijfelen aan de juistheid van het selectieadvies. Tevens is aan klager op 15 februari 2013 een brief gestuurd waarin de letterlijke tekst het advies van het OM is opgenomen. Deze brief is aan klagers
raadsman
verstuurd.

4. De beoordeling
4.1. Anders dan klagers raadsman is de beroepscommissie van oordeel dat zij met het selectieadvies van de directeur van de locatie De Torentijd, dat ook is toegezonden aan de raadsman, voldoende is geïnformeerd. In dat selectieadvies wordt kort de
inhoud weergegeven van informatie zoals die tot de directeur is gekomen. Die informatie betreft onder andere een advies van het Openbaar Ministerie over de voorgestelde detentiefasering en informatie in het kader van het re-integratieplan Binnen
Beginnen. De beroepscommissie heeft geen reden te twijfelen aan het feit dat die informatie is gegeven en evenmin aan de juistheid van die informatie. Voor het nader doen opvragen van de originele stukken ziet de beroepscommissie in dit concrete geval
en gelet op de aard van de betreffende (summiere) informatie geen aanleiding. Er zal dan ook op basis van deze voorhanden stukken en informatie worden beslist.

4.2. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.3. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.4. Uit het selectieadvies van de locatie De Torentijd te Middelburg van 15 april 2013 volgt dat de directeur van die inrichting op basis van de door hem verkregen informatie van het Openbaar Ministerie, het re-integratieplan en de
Vrijhedencommissie van mening is dat klager op basis van zijn gedrag in aanmerking komt voor plaatsing in een b.b.i., mits een behandeling bij De Waag of Het Dok kan worden gestart. Er is een verzoek ingediend voor een behandeling. Het Openbaar
Ministerie heeft blijkens het selectieadvies – en een aan klager gerichte brief van het BSD van 15 februari 2013 – aangegeven akkoord te zijn met plaatsing in een b.b.i. zonder regimair verlof en niet akkoord te zijn met plaatsing in een b.b.i. met
verlof. Gelet op klagers problematiek en het feit dat de rechtbank in het vonnis heeft opgenomen dat klager zich gedurende de proeftijd van zijn voorwaardelijke straf klinisch dient te laten behandelen bij De Waag of Het Dok acht het Openbaar
Ministerie
het niet verantwoord klager nu zonder begeleiding of behandeling met verlof te laten gaan. De selectiefunctionaris mag in beginsel van de juistheid van de in het selectieadvies vermelde informatie uitgaan. De beroepscommissie is van oordeel dat de
selectiefunctionaris, gelet op voormelde adviezen, in redelijkheid heeft kunnen besluiten dat klager vooralsnog niet in aanmerking komt voor plaatsing in een b.b.i, maar pas op het moment dat met de behandeling kan worden gestart. Hierbij is tevens in
aanmerking genomen dat niet is gebleken dat klager reeds met goed gevolg bewegingsvrijheid buiten de inrichting heeft genoten. De beroepscommissie gaat er daarbij vanuit dat behandeling van klager op korte termijn kan aanvangen en klagers plaatsing in
een b.b.i. op dat moment opnieuw in overweging wordt genomen. Gelet op het voorgaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk
of
onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 27 augustus 2013

secretaris voorzitter

Naar boven