Nummer: 13/1877/GB
Betreft: [klager] datum: 23 augustus 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S. de Schutter, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 11 juni 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Havenstraat te Amsterdam afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 3 december 2012 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de locatie Zwaag.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft verzocht om overplaatsing naar de inrichting waar zijn tweelingbroer verblijft. Klager bestrijdt dat hij al lange tijd geen contact met zijn tweelingbroer heeft gehad. Het ontbreken van een brief van een deskundige hoeft niet aan een
toewijzing van het verzoek om overplaatsing in de weg te staan. De sterke band tussen klager en zijn broer is vanzelfsprekend gelet op het feit dat zij tweelingbroers zijn. Nu zij beiden gedetineerd zijn, kunnen zij elkaar alleen ontmoeten als zij in
dezelfde inrichting worden geplaatst. Klager is van oordeel dat in de bestreden beslissing voorbij wordt gegaan aan deze bijzondere individuele omstandigheden.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Met verzoeken tot overplaatsing naar een h.v.b. in een inrichting in Amsterdam wordt zeer terughoudend omgegaan. Dit heeft te maken met het gebrek aan celcapaciteit voor preventief gehechten in deze regio en het grote aantal verzoeken om overplaatsing
naar deze regio. Nu klager is ingesloten voor het arrondissementsparket Amsterdam, kan hij in de locatie Zwaag worden geplaatst. In het geval van klager is er onvoldoende aanleiding om een uitzondering te maken. De selectiefunctionaris heeft contact
opgenomen met de locatie Havenstraat. Klagers tweelingbroer heeft op 25 maart 2013 een overplaatsingsverzoek naar de locatie Zwaag ingediend en dit verzoek is eveneens afgewezen.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. Klager verzoekt om overplaatsing naar de locatie Havenstraat, omdat zijn tweelingbroer daar gedetineerd is. Voor de selectie van gedetineerden geldt het uitgangspunt dat voorlopig gehechten, gelet op het belang van een goede rechtsgang, in een
h.v.b. worden geplaatst in dan wel nabij het arrondissement van vervolging. Klager is ingesloten voor het arrondissementsparket Amsterdam. Nu de locatie Havenstraat zich in het arrondissement van vervolging bevindt, de officier van justitie geen
bezwaar
heeft tegen het samenplaatsen van klager en zijn tweelingbroer, klager blijkens het selectieadvies verstoken is van bezoek en er geen andere zwaarwegende bezwaren zijn tegen een verblijf van klager in de locatie Havenstraat, is de beroepscommissie van
oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris onvoldoende is gemotiveerd. Onduidelijk is waarom het niet mogelijk is om klager, bij een gebrek aan celcapaciteit voor preventief gehechten in de regio Amsterdam, op een wachtlijst voor de locatie
Havenstraat te plaatsen. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing zal worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een
termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 23 augustus 2013
secretaris voorzitter