Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1259/GA, 13 augustus 2013, beroep
Uitspraakdatum:13-08-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1259/GA

betreft: [klager] datum: 13 augustus 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 10 april 2013 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Hoogeveen, betreffende een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, zonder televisie,
wegens
een positieve urinecontrole,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw, [], om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
De wijze van de uitvoering van de urinecontrole is nader geregeld bij de Regeling Urinecontrole penitentiaire inrichtingen (verder: de Regeling). Hierin wordt bepaald in artikel 3 “Afname van urinemonsters”, vijfde lid dat de gedetineerde onder
toezicht
van een ambtenaar of medewerker de urine over twee aan hem verstrekt buizen verdeelt. De gedetineerde sluit de buizen af, waarna de ambtenaar of medewerker controleert of de buizen goed zijn afgesloten. De gedetineerde plakt vervolgens stickers met een
uniek registratienummer of code op de twee buizen.
Vaststaat dat klager niet zelf de stickers op de buisjes heeft geplaatst, maar dat deze handeling is verricht door een medewerker. Of dit al dan niet in overleg met klager is geschied, doet er niet aan af dat niet is gehandeld conform de Regeling.
Derhalve is geen sprake van een onderzoek als bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de Pbw. De uitslag van de bij klager afgenomen urinecontrole kan derhalve geen grond vormen voor de opgelegde disciplinaire straf. De beroepscommissie zal het beroep
dan ook gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. Aan klager zal een tegemoetkoming van € 22,50,= worden toegekend.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 22,50,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 13 augustus 2013

secretaris voorzitter

Naar boven