Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1271/GA, 13 augustus 2013, beroep
Uitspraakdatum:13-08-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1271/GA

betreft: [klager] datum: 13 augustus 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 15 april 2013 van de beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 30 juli 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, zijn klager en de juridisch medewerker bij de locatie Zoetermeer, [...], gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. de weigering om het nummer van de politie aan klager te geven, zodat klager geen aangifte bij de politie kon doen (ZO 2013/150) en
b. de omstandigheid dat klager een verzoekbriefje voor de kapper had ingevuld, maar de kapper niet mocht bezoeken (ZO 2013/148).

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in het beklag onder a. en heeft het beklag onder b. ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager wilde aangifte doen, maar het personeel van de inrichting wilde het telefoonnummer van de politie niet aan klager geven
en
zei dat hij het zelf maar moest opzoeken. Klager kan zelf niet over dergelijke informatie beschikken en is afhankelijk van het personeel van de inrichting. Zelfs inmenging van klagers advocaat mocht in eerste instantie niet baten. Verder had klager op
12 maart 2013 een verzoekbriefje voor de kapper ingevuld, maar hij mocht de kapper niet bezoeken.

Namens de directeur is het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager kan beschikken over telefoonnummers. Hij kan “inlichtingen” bellen en er is een telefoonboek
beschikbaar.
Het personeel is niet verantwoordelijk voor het maken van afspraken met de politie. Klager kan dit zelf.

3. De beoordeling
Ten aanzien van a. is de beroepscommissie van oordeel dat het tot de zorgplicht van de directeur behoort gedetineerden in staat te stellen aangifte bij de politie te doen. Klager zal daarom alsnog ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag. De
beroepscommissie is op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting van oordeel dat het personeel klager wellicht vriendelijker te woord had kunnen staan, maar dat niet is gebleken dat klager de mogelijkheid is ontnomen aangifte bij de politie
te
doen. Het beklag zal derhalve alsnog ongegrond worden verklaard.

Hetgeen in beroep ten aanzien van b. is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie ten aanzien van a., verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van b. ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. H.K. Fernandes Mendes en dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 13 augustus 2013

secretaris voorzitter

Naar boven