Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1441/JA, 13 augustus 2013, beroep
Uitspraakdatum:13-08-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1441/JA

betreft: [klager] datum: 13 augustus 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1994], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 25 april 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Horizon, locatie Kolkemate te Zutphen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 juli 2013, gehouden in de j.j.i. de Heuvelrug, locatie Eikenstein te Zeist, zijn gehoord klager en namens de directeur van de j.j.i. Kolkemate [...], hoofd behandeling van de Jeugdzorginstelling Harreveld,
aangezien de locatie. Kolkemate per 1 juli 2013 is gesloten,

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het niet aanvragen van een verlofmachtiging ten behoeve van klager door de directie van de locatie Kolkemate.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager stelt dat hij eind maart 2013 nog begeleid verlof heeft gehad. Dat kon eigenlijk niet, nu de verlofmachtiging al was verlopen. Indien klagers begeleider de verslagen van de verloven wel had ingeleverd zou de verlofmachtiging verlengd zijn. Toen
klager hoorde dat zijn verlof niet door zou gaan is hij drugs gaan gebruiken. Klager is vanaf september 2012 elke week op begeleid verlof geweest. Aan klager is nog geen onbegeleid verlof verleend in verband met slachtofferconfrontatie. Klager is op 8
mei 2013 in de j.j.i. De Hunnerberg geplaatst. Volgens klager heeft de unitleider V. van Kolkemate hem geadviseerd de klacht te handhaven.

Namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
In de methodiek Youturn past een zes maanden verlofplan en de machtiging voor klagers begeleid verlof is in september 2012 verleend voor de duur van zes maanden. De machtiging is niet verlengd in verband met positieve urinecontroles en het ontbreken
van
motivatie voor de behandeling. Ook was klager betrokken bij diverse incidenten. De delicten waar klager voor is veroordeeld waren drugsdelict gerelateerd. De inrichting achtte de risico’s te groot om klager met verlof te laten gaan. Voorts zou klager
op
korte termijn worden overgeplaatst naar j.j.i. De Hunnerberg en die inrichting kan dan bezien of klagers begeleid verlof opnieuw opgestart zou kunnen worden. Ook al waren de verlofverslagen van klagers begeleider op tijd geweest dan nog was geen
verlenging van de machtiging gevraagd.
Het zou kunnen dat klager eind maart 2013 met verlof is gegaan zonder dat er een geldige machtiging was.

3. De beoordeling
Er staat alleen beklag open tegen beslissingen als genoemd in artikel 65, eerste lid, Bjj. Aangaande verlof staat ingevolge artikel 65, eerste lid onder g, Bjj beklag open tegen de beslissing tot beperking of intrekking van verlof. Van een beperking of
intrekking van verlof is echter in dit geval geen sprake. Daarnaast bepaalt artikel 65, eerste lid, onder m, Bjj dat de jeugdige bij de beklagcommissie beklag kan doen over enige andere hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing die
een beperking inhoudt van een recht dat de jeugdige op grond van een bij of krachtens deze wet of een ieder verbindende bepaling van een in Nederland geldend verdrag toekomt.
Het tweede lid bepaalt dat met een beslissing als bedoeld in het eerste lid wordt gelijkgesteld een verzuim of weigering om te beslissen. Het nemen van een beslissing wordt geacht te zijn verzuimd of geweigerd, indien niet binnen de wettelijke of, bij
het ontbreken daarvan, binnen een redelijke termijn een beslissing is genomen.

Uit de tekst van artikel 30 Bjj kan – anders dan bij de civielrechtelijke plaatsingen als bedoeld in artikel 29 Bjj – niet worden afgeleid dat er ook voor strafrechtelijk geplaatste jeugdigen een recht op verlof bestaat.

De nadere regelgeving op grond van artikel 30, vijfde lid, Bjj is gegeven in het Verloftoetsingskader justitiële jeugdinrichtingen van 15 oktober 2012. Hierin is het volgende opgenomen:
“7. Bij een positief besluit op de verlofaanvraag wordt de verlofmachtiging verleend door het hoofd van de afdeling Individuele Jeugdzaken namens de Staatssecretaris van Justitie
7.1.1 Een verlofmachtiging is ingevolge artikel 33, tweede lid, Rjj geldig voor de duur van zes maanden. Voor de verlenging van een bestaande machtiging is een positieve evaluatie van eerder verlofbewegingen noodzakelijk. De directeur stuurt IJZ een
maand voor het verlopen van de termijn een evaluatie en een nieuwe aanvraag op grond waarvan de machtiging kan worden verlengd.”

Nu er geen sprake is van een recht als bedoeld in bovenvermeld artikel 65, eerste lid,
onder m Bjj en onder verwijzing naar eerdere jurisprudentie van de beroepscommissie (zie uitspraak van 23 april 2013, 12/3944/JA) komt de beroepscommissie tot de conclusie dat tegen de beslissing van de directeur van een j.j.i. om geen verlofmachtiging
aan te vragen geen beklag open staat. Klager zal derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.J.C. Koens, voorzitter, mr. E. Lucas en mr.drs. L.C. Mulder, leden, bijgestaan door mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 13 augustus 2013

secretaris voorzitter

Naar boven