Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1829/GA, 13 augustus 2013, beroep
Uitspraakdatum:13-08-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Vermissing  v

Uitspraak

nummer: 13/1829/GA

betreft: [klager] datum: 13 augustus 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard,

gericht tegen een uitspraak van 24 mei 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde inrichting, voor zover in beroep aan de orde, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 30 juli 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel, zijn klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. P. Scholte, de plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Zuyder Bos,
[...] en de juridisch medewerker bij de locatie Zuyder Bos, [...], gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de vermissing van een jas en toiletartikelen na overplaatsing van klager van de locatie Zuyder Bos naar de p.i. Ter Apel op 21 december 2012.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard en een tegemoetkoming van € 350,= toegekend, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
Door en namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager is vanuit de afzonderingscel van de locatie Zuyder Bos overgeplaatst naar de p.i. Ter Apel. Klager was in
de afzonderingscel geplaatst in verband met intimidatie en bedreiging van medegedetineerden. Klager kon daarom niet zelf zijn cel ontruimen. Alle op klagers cel aanwezige spullen zijn door twee medewerkers ingepakt en hiervan is een
celontruimingsverslag opgemaakt. Met het transport naar de p.i. Ter Apel zijn vijf dozen meegegeven. Verder is een doos met benodigdheden voor de eerste dagen aan klager meegegeven. Er gaat altijd standaard één doos met de gedetineerde mee. In het
celontruimingsverslag is vermeld dat er twee jassen zijn ingepakt. De medewerkers die klagers cel hebben ontruimd hebben verklaard dat de vermiste jas daar niet bij zat. Opmerkelijk is dat klagers raadsman foto’s heeft overgelegd waarop klager is te
zien met de vermiste jas aan, terwijl uit de door klager overgelegde aankoopbon van de jas lijkt te volgen dat de jas in 2012 is gekocht, terwijl klager sinds november 2011 is gedetineerd. De directeur acht het onmogelijk om, zoals de beklagrechter
heeft overwogen, bij ontruimingsverslagen nog duidelijker te specificeren wat in de dozen wordt gedaan. Volgens de directeur is de omschrijving “jas” of “leren jas” voldoende concreet.

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Nadat klager vanuit de locatie Zuyder Bos is overgeplaatst naar de p.i. Ter Apel, miste hij een zijden jas van het merk
Frankie Morello. In het celontruimingsverslag is vermeld dat klagers spullen in zes dozen zijn ingepakt. Vijf dozen zijn met het transport meegegaan. Volgens klager is er geen doos met benodigdheden voor de eerste dagen aan hem meegegeven. Alleen de
kleding die klager op dat moment aanhad, een trainingspak, is met hem meegegaan. Indien het celontruimingsverslag wordt vergeleken met het invoerformulier van de p.i. Ter Apel, vallen grote verschillen op. Klagers Playstation is bijvoorbeeld niet op
het
invoerformulier vermeld. De directeur geeft aan dat uit de kopie van de aankoopbon volgt dat de jas in 2012 is gekocht, maar dat klopt niet. Uit de originele bon blijkt dat de jas op 4 januari 2011 is gekocht. Klager raakt steeds spullen kwijt. In de
p.i. Ter Apel heeft hij daarom alleen dozen uitgevoerd indien exact was vermeld wat er in de doos zat. Naast de jas mist klager ook wasverzachter, baby-olie en twee cd’s. Het gaat hem echter meer om de jas. Klager verzoekt om toekenning van een hogere
tegemoetkoming.

3. De beoordeling
Op het vervoer van goederen van gedetineerden zijn van toepassing de circulaires van de minister van Justitie van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJ en 20 december 1996, kenmerk 586080/96/DJI. Op grond van de in deze circulaires vervatte regeling
geldt met betrekking tot de aansprakelijkheid van inrichtingen van het gevangeniswezen voor het vervoer van goederen van gedetineerden als uitgangspunt, dat de verzendende inrichting aansprakelijk is voor de vracht. Na tekenen voor ontvangst door de
ontvangende inrichting gaat de verantwoordelijkheid over op deze inrichting. Klachten dienen dus, afhankelijk van of er wel of niet getekend is voor ontvangst, bij de verzendende dan wel de ontvangende inrichting te worden gedeponeerd. Klager is op 21
december 2012 vanuit de locatie Zuyder Bos overgeplaatst naar de p.i. Ter Apel. Klagers cel is buiten zijn aanwezigheid ontruimd. In het celontruimingsverslag is vermeld dat klagers spullen zijn verpakt in zes dozen. Uit de vrachtbrief blijkt dat op 21
december 2012 vijf dozen naar de p.i. Ter Apel zijn verstuurd en daar zijn aangekomen. Onduidelijk is waar de zesde doos is gebleven. In ieder geval heeft klager, noch het personeel van de p.i. Ter Apel voor de zesde doos getekend. Dat, zoals de
directeur stelt, de zesde doos aan klager is meegegeven, is niet geregistreerd. Nu uit de overgelegde documenten in ieder geval blijkt dat zes dozen zijn ingepakt en vijf dozen in de p.i. Ter Apel zijn aangekomen, is de beroepscommissie van oordeel dat
de vermissing van de jas voor risico van de directeur van de locatie Zuyder Bos dient te komen. Hierbij merkt de beroepscommissie op dat dit probleem in het vervolg kan worden ondervangen door gedetineerden ook te laten tekenen voor dozen die worden
meegegeven. Gelet op het bovenstaande zal het beroep van de directeur ongegrond worden verklaard en zal de uitspraak van de beklagrechter worden bevestigd. Nu klager geen beroep heeft ingesteld tegen de uitspraak van de beklagrechter, kan de
beroepscommissie klagers verzoek om toekenning van een hogere tegemoetkoming niet honoreren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover daartegen beroep is ingesteld.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. H.K. Fernandes Mendes en dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 13 augustus 2013

secretaris voorzitter

Naar boven