Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1684/TA, 1 augustus 2013, beroep
Uitspraakdatum:01-08-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1684/TA

betreft: [klager] datum: 1 augustus 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.W.H.M. Wolters, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de uitspraak van 23 mei 2013 van de beklagcommissie bij FPC De Kijvelanden, verder te noemen de inrichting, voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. D.W.H.M. Wolters om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 40,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de beschadiging van klagers cd-speler, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager kan zich verenigen met de vergoeding van de materiële schade, maar niet met het feit dat hem geen vergoeding is toegekend ter zake van immateriële schade. Klager heeft bij de beklagcommissie gesproken over emotionele schade, maar heeft daar toen
niet veel over willen zeggen. De cd-speler behoorde ooit toe aan een overleden vriend. Na zijn overlijden heeft klager de cd-speler gekregen. Om die reden is klager emotioneel geraakt doordat het apparaat door ‘onbevoegden’ is geopend en stuk gemaakt.
Klager verzoekt de beroepscommissie een in goede justitie te bepalen bedrag aan hem toe te kennen wegens immateriële schade.

Het hoofd van de inrichting heeft daarop als volgt gereageerd.
Eerder had de inrichting al besloten klager € 25,= uit te keren voor de geleden schade. De inrichting kan zich vinden in de tegemoetkoming van € 40,= en is van mening dat hiermee de ontstane situatie in redelijkheid en billijkheid is afgedaan.

3. De beoordeling
In beroep wordt uitdrukkelijk gevraagd om vergoeding van immateriële schade, maar gelet op de in eerste aanleg en in beroep gegeven toelichting is de immateriële schade niet eenvoudig vast te stellen en kan derhalve niet meewegen bij de vaststelling
van
de hoogte van de tegemoetkoming. De beroepscommissie kan zich verenigen met de door de beklagcommissie toegekende tegemoetkoming in verband met het door klager ondervonden ongemak. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, drs. G.A.M. Mensing en mr. R.P.G.L.M. Verbunt, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 1 augustus 2013

secretaris voorzitter

Naar boven