Nummer: 13/593/JB
Betreft: [klager] datum: 31 juli 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A. Jhingoer, namens
[...], geboren op [1992], verder te noemen klager,
gericht tegen een beslissing van 18 februari 2013 van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Ter zitting van de beroepscommissie van 19 juni 2013, gehouden in de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) De Heuvelrug, locatie Eikenstein te Zeist zijn gehoord klager en namens de selectiefunctionaris mevrouw [...] en [...].
Klagers raadsman is, zoals hij tevoren had medegedeeld, niet ter zitting verschenen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het verzoek van klager tot overplaatsing naar de rijksinrichting voor jeugdigen De Hartelborgt te Spijkenisse (hierna: r.i.j. De Hartelborgt) afgewezen.
2. De feiten
Klager is bij op 3 juli 2012 onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van 28 juni 2010 de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (p.i.j.-maatregel) opgelegd. Geadviseerd wordt deze maatregel ten uitvoer te laten leggen bij een
gesloten orthopedagogische instelling/j.j.i. die gespecialiseerd is in behandeling van jongeren met een verstandelijke beperking.
3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep tegen de beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager wil naar de r.i.j. De Hartelborgt om dichterbij zijn familie te zijn. Gelet op de afstand is bezoek thans slechts beperkt mogelijk en kost het de familie onevenredig veel tijd, moeite en geld. Hierdoor ontstaat er een kloof tussen klager en zijn
familie, terwijl in dit stadium juist gewerkt moet worden aan de resocialisatie.
Ter zitting heeft klager aangevoerd dat hij nooit heeft meegemaakt dat er een huisbezoek noodzakelijk zou zijn. Als er een huisbezoek komt, wil klager erbij zijn, het gaat immers over hem. Zijn moeder staat er alleen voor en is de Nederlandse taal niet
machtig. Zij is veel buitenshuis, zodat een afspraak ook om die reden moeilijk te maken is.
Klager ondergaat de pij maatregel maar krijgt geen behandeling. Hij heeft zich een keer onttrokken aan detentie tijdens een verlof. Sedertdien wordt er niets meer aan klagers traject gedaan. Klager leert moeilijk, maar desondanks heeft hij eerder in
een
andere inrichting verbleven. Er moet een uitzondering gemaakt kunnen worden. Onderwijs volgt hij met jongens die normaal kunnen leren. Klager is niet gemotiveerd mee te werken aan wat dan ook. Hij wil meer contact met zijn familie. Vanuit de r.i.j. De
Hartelborgt zal hij tijdens een kort verlof eerder naar huis kunnen omdat de reisafstand dan korter is. Zodra hij in de r.i.j. De Hartelborgt zit zal hij ook gemotiveerder zijn om mee te werken.
De selectiefunctionaris heeft inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht. De selectiefunctionaris hanteert het uitgangspunt van het regionaal plaatsen van jeugdigen, tenzij. Dit betekent dat een jeugdige in een justitiële
jeugdinrichting wordt geplaatst die het dichtst bij zijn woonplaats is, tenzij er sprake is van een bijzondere zorgvraag die alleen door een daartoe aangewezen justitiële jeugdinstelling kan worden geboden. Klager heeft, gelet op de uitslag van een IQ
test welke op 23 november 2012 op klagers verzoek is afgenomen nog steeds de indicatie voor een groep voor licht verstandelijk beperkte jongeren. De j.j.i Rentray te Lelystad en de j.j.i. Juvaid te Groningen hebben als enige jeugdinrichtingen
afdelingen
voor licht verstandelijk beperkte jongeren. Op deze afdelingen ontvangen de jongeren zorg, begeleiding en behandeling passend bij hun beperking. Voorts is daar passend onderwijs beschikbaar. Omdat een dergelijke afdeling niet aanwezig is in r.i.j. De
Hartelborgt is overplaatsing niet wenselijk.
Overigens werkt klager niet mee aan de mogelijkheid zijn familie vaker te zien doordat hij weigert akkoord te gaan met een huisbezoek, waardoor er nog niet gekeken kan worden naar mogelijkheden tot verlof.
4. De beoordeling
De Minister van Veiligheid en Justitie heeft twee afdelingen van de Stichting LSG Rentray te Lelystad bestemd voor jeugdigen die een bijzondere opvang nodig hebben, zoals bedoeld in artikel 15 Bjj.
De rechtbank heeft geadviseerd tot plaatsing van klager in een gesloten orthopedagogische instelling / j.j.i. die gespecialiseerd is in behandeling van jongeren met een verstandelijke beperking.
Uit de uitslagen van de diverse IQ testen en de gedragsobservatie door Teylingereind en Rentray is gebleken dat klager op zeer laag niveau functioneert en een gedragsstoornis heeft. Op basis van zijn intelligentieniveau komt hij in aanmerking voor
plaatsing op een LVB-groep. Klager heeft meerdere malen grensoverschrijdend gedrag laten zien. Gezien het voorgaande is de beroepscommissie van oordeel dat klagers behandeling behoort plaats te vinden binnen een LVB-groep. Er zijn twee j.j.i.’s
aangewezen voor de plaatsing van LVB-jeugdigen, te weten de inrichtingen Rentray en Juvaid. De j.j.i. De Hartelborgt heeft geen landelijk bestemming voor de plaatsing van LVB-jongeren.Op 28 maart 2011 is klager geplaatst op de LVB-groep van de Rentray.
De stelling van klager dat er geen enkele behandeling plaatsvindt in Rentray is niet aannemelijk geworden.
Met betrekking tot de toekomstige verlofmogelijkheden is het van belang dat klager meewerkt aan de daartoe gestelde eisen.
Gelet op het voorgaande kan de beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk of onbillijk worden genoemd.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J. Calkoen-Nauta, voorzitter, drs. H. Heddema en mr. E. Lucas, leden, bijgestaan door mr. I. Lispet, secretaris, op 31 juli 2013
secretaris voorzitter