Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1198/GA en 13/1426/GA, 2 augustus 2013, beroep
Uitspraakdatum:02-08-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1198/GA en 13/1426/GA

betreft: [klager] datum: 2 augustus 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.J. Weldam, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen twee uitspraken van 9 april 2013 en 17 april 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Westlinge te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op de beroepen en klager alsmede zijn raadsman om de beroepen schriftelijk toe te lichten.

Gelet op de onderlinge samenhang van de klachten zal de beroepscommissie beide beroepen in een uitspraak afdoen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter (13/1198/GA)
Het beklag betreft een weigering van de directeur om klager te compenseren voor het mislopen van twee of drie weekeindverloven.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

De inhoud van de tegemoetkoming (13/1426/GA)
De beklagrechter heeft geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het – in weerwil van een door het afdelingshoofd gedane toezegging – klager niet toestaan van 1 tot en met 3 februari 2013 met verlof te
gaan, een en ander op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Ten aanzien van het beroep met kenmerk 13/1198/GA:
Klager is eerder, naar aanleiding van een disciplinaire straf, vanuit de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) teruggeplaatst naar een normaal beveiligde inrichting. Het tegen die disciplinaire straf ingestelde beklag is gegrond verklaard en aan
klager
is toen een tegemoetkoming toegekend van € 50,=. Klager is vervolgens door de selectiefunctionaris teruggeplaatst in de b.b.i. Het beroep tegen de beslissing van de selectiefunctionaris om klager bij die terugplaatsing niet te compenseren voor de
misgelopen verloven is door de beroepscommissie niet-ontvankelijk verklaard. Klager heeft vervolgens een verzoek ingediend bij de directeur om hem alsnog de misgelopen verloven toe te kennen dan wel hem financieel tegemoet te komen. De directeur heeft
dat verzoek afgewezen. Het tegen die beslissing ingediende beklag is vervolgens ongegrond verklaard omdat er geen causaal verband zou zijn tussen de afwijzing van de directeur en de behoefte van klager om te worden gecompenseerd voor het mislopen van
drie regimaire verloven. Klager is van mening dat hij op gronden van redelijkheid en billijkheid gecompenseerd had moeten worden voor het mislopen van die drie verloven.

Ten aanzien van het beroep met kenmerk 13/1426/GA:
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Er is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend. Klager is indertijd ten onrechte overgeplaatst naar een normaal beveiligde inrichting. Nadat het beklag tegen de aan de overplaatsing ten grondslag
liggende disciplinaire straf gegrond was verklaard, is klager teruggeplaatst naar de beperkt beveiligde inrichting van Westlinge. Klager is toen drie regimaire verloven misgelopen. Om die reden werd door het afdelingshoofd, namens de directeur, aan
klager een extra verlofmoment toegezegd. Die toezegging is vervolgens door de directeur ingetrokken. Klager is op geen enkele wijze gecompenseerd voor het mislopen van dat extra verlof terwijl hij daarnaast al drie regimaire verloven heeft moeten
missen. Klager is daarom van mening dat een tegemoetkoming van drie extra weekeindverloven dan wel een financiële tegemoetkoming op zijn plaats is.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht noch heeft hij zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
Ten aanzien van het beroep met kenmerk 13/1198/GA:
Klager is naar aanleiding van een disciplinaire straf, vanuit een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) teruggeplaatst naar een normaal beveiligde inrichting. Het tegen die disciplinaire straf ingestelde beklag is gegrond verklaard, aan klager is een
tegemoetkoming toegekend van
€ 50,- en klager is vervolgens teruggeplaatst in de b.b.i. Klager is in verband met deze gang van zaken, zo stelt hij, verloven misgelopen en heeft de directeur verzocht hem daarvoor compensatie te verlenen. De beroepscommissie stelt voorop dat in
geval
van plaatsing en overplaatsing de selectiefunctionaris de bevoegde autoriteit is en eventuele klachten in dit kader tot hem gericht dienen te worden. Eventuele beslissingen in een dergelijke procedure zoals het toewijzen of afwijzen van tengevolge een
overplaatsing misgelopen verloven, kunnen dan ook niet worden aangemerkt als beslissingen van de directeur als bedoeld in art. 60 Pbw. De uitspraak van de beklagcommissie kan daarom niet in stand blijven en klager dient alsnog niet-ontvankelijk te
worden verklaard in zijn beklag.

Ten aanzien van het beroep met kenmerk 13/1426/GA:
In weerwil van de hiervoor vermelde uitgangspunten heeft het afdelingshoofd klager een extra verlofmoment toegezegd, dat vervolgens door de directeur is ingetrokken. Naar het oordeel van de beroepscommissie neemt het afdelingshoofd in de organisatie
een
zodanige positie in dat een gedetineerde in goed vertrouwen op zijn toezeggingen mag afgaan. Nu het toegezegde verlof geen doorgang heeft gevonden, acht de beroepscommissie termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming. Een enkel excuus en
het gegeven dat klager wederom van verlof kan genieten, zijn daartoe onvoldoende. De uitspraak van de beklagcommissie kan daarom – voor zover in beroep aan de orde – niet in stand blijven en de beroepscommissie zal aan klager een tegemoetkoming
toekennen van € 50,=.

4. De uitspraak
Ten aanzien van het beroep met kenmerk 13/1198/GA:
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet ontvankelijk in zijn beklag.

Ten aanzien van het beroep met kenmerk 13/1426/GA:
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie ten aanzien van het niet toekennen van een tegemoetkoming en stelt vast dat klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 2 augustus 2013

secretaris voorzitter

Naar boven