Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1590/GA, 1 augustus 2013, beroep
Uitspraakdatum:01-08-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1590/GA

betreft: [klager] datum: 1 augustus 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein,

gericht tegen een uitspraak van 8 mei 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 juni 2013, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel, is [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Nieuwegein gehoord. Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze
was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting op de eigen cel in verband met een positieve urinecontrole.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard en klager een tegemoetkoming toegekend van € 37,50 op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Ter zitting van de beroepscommissie heeft de directeur aangegeven zich neer te leggen bij het oordeel van de beklagrechter dat de bestreden
beslissing
onbevoegd is genomen. De directeur kan zich echter niet verenigen met de hoogte van de tegemoetkoming, aangezien materieel gezien voldoende redenen aanwezig waren om aan klager de betreffende disciplinaire straf op te leggen.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Het beroep van de directeur richt zich enkel tegen de hoogte van de door de beklagrechter opgelegde tegemoetkoming.

De beklagrechter heeft een tegemoetkoming toegekend van € 37,50. Uit de stukken blijkt dat klager een disciplinaire straf is opgelegd, omdat hij positief heeft gescoord op het gebruik van cannabinoïden. De beroepscommissie acht voldoende aannemelijk
geworden dat klager daadwerkelijk cannabinoïden heeft gebruikt. Om die reden bestond aanleiding klager disciplinair te straffen. Gelet hierop kan de beroepscommissie zich niet verenigen met de opgelegde tegemoetkoming. Het beroep van de directeur zal
gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een lagere tegemoetkoming vaststellen, namelijk € 12,50.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover daarbij een tegemoetkoming is toegekend en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 12,50.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van
mr. R. Kokee, secretaris, op 1 augustus 2013

secretaris voorzitter

Naar boven