Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1912/GB, 24 juli 2013, beroep
Uitspraakdatum:24-07-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/1912/GB

Betreft: [klager] datum: 24 juli 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. N. Swart, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 11 juni 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) of een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 14 oktober 2011 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft sinds zijn onttrekking niet meer de gelegenheid gekregen om aan te tonen dat hij met vrijheden kan omgaan. Gelet op klagers einddatum detentie die valt op 7 april 2014 is
resocialisatie van groot belang. Wat betreft de gevonden simkaarten op klagers cel, heeft klager beklag ingediend bij de commissie van toezicht van de locatie Zuyder Bos. Klager is van mening dat een onterechte plaatsing in de isoleercel geen reden
voor
afwijzing van klagers overplaatsing naar een b.b.i. dient te zijn. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in eerste instantie positief geadviseerd ten aanzien van klagers detentiefasering, de politie adviseerde toen negatief vanwege een ongeldig
verlofadres. Klager heeft inmiddels een nieuw en goedgekeurd verlofadres opgegeven waardoor de politie nu positief adviseert. Het OM heeft echter aangegeven nu wel bezwaar te hebben tegen klagers detentiefasering, vanwege het gevaar voor onttrekking
aan
detentie. Hier is echter geen sprake meer van, klager vertoont nu goed gedrag in de locatie Zuyder Bos en hij scoort negatief op urinecontroles. Overplaatsing naar een b.b.i. of een z.b.b.i. bevordert klagers reintegratie in de samenleving en het leert
klager tevens om met vrijheden om te gaan.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Klager is in 2008 geschorst door de rechtbank. Klager heeft zich tijdens die schorsing aan detentie onttrokken en is gedurende twee jaar ontvlucht geweest. Hij
is na het plegen van een nieuw strafbaar feit opgepakt in 2011. Gelet hierop heeft de selectiefunctionaris geen vertrouwen in een goed verloop van aan klager te verlenen vrijheden. In de locatie Amerswiel te Heerhugowaard kreeg klager de kans om aan te
tonen dat hij met vrijheden kan omgaan, hier heeft hij echter misbruik van gemaakt. Op 22 mei 2013 kreeg klager een rapport wegens het in bezit hebben van twee simkaarten. Klager is daarop teruggeplaatst naar de gevangenis van de locatie Zuyder Bos.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat klager
op 8 juli 2008 na een schorsing door de rechtbank voor een langdurige periode ontvlucht is geweest en in deze periode een strafbaar feit heeft gepleegd. Tevens zijn op 22 mei 2013 op klagers cel twee simkaarten aangetroffen, hetgeen eveneens een
contra-indicatie vormt voor overplaatsing naar een b.b.i. of een z.b.b.i. Tevens wordt klagers recidiverisico hoog ingeschat door de reclassering. Naar het oordeel van de beroepscommissie heeft de selectiefunctionaris daarom in redelijkheid kunnen
oordelen dat er op dit moment onvoldoende vertrouwen bestaat in een goed verloop van regimaire verloven in een b.b.i. of z.b.b.i. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 24 juli 2013

secretaris voorzitter

Naar boven