Nummer: 13/1576/GB
Betreft: [klager] datum: 23 juli 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 3 mei 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 27 maart 2013 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de locatie De Weg te Amsterdam.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager vindt dat de selectiefunctionaris zijn afwijzing niet goed heeft gemotiveerd. Klager kent gedetineerden die in inrichtingen verblijven buiten het arrondissementsparket waar zij voor zijn
ingesloten. De p.i. Almere valt nog binnen het arrondissementsparket Amsterdam, waar klager voor is ingesloten. Klager heeft zijn moeder al vijf weken niet gezien vanwege haar gezondheid, zij kan niet ver reizen. Helaas heeft ze geen doktersverklaring.
Van zijn zwangere vriendin ontvangt klager wel bezoek, voor haar is de afstand echter ook ver.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Klager is ingesloten voor het arrondissementsparket Amsterdam, een preventief gehechte dient zo dicht mogelijk bij het parket van insluiting te zijn
ondergebracht. De gezondheidsituatie van klagers moeder wordt niet onderbouwd door een doktersverklaring of door het advies van het Bureau Individuele Medische Advisering (BIMA). De reisafstand van Almere naar Amsterdam is zeer acceptabel, de
routeplanner van de ANWB geeft een afstand van 25 km aan. Bezoekproblemen zijn inherent aan detentie. Als klager binnenkort veroordeeld wordt, dan kan hij zijn voorkeur kenbaar maken voor de p.i. Almere.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Bezoekproblemen zijn inherent aan de
detentiesituatie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen grond voor overplaatsing. Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekproblemen kan niet als een bijzondere omstandigheid worden aangemerkt. Wat betreft de gezondheid van
klagers
moeder wordt niet feitelijk onderbouwd dat zij de afstand van Almere naar de locatie De Weg niet aankan. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 23 juli 2013
secretaris voorzitter