Nummer: 13/1383/GB
Betreft: [klager] datum: 23 juli 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door[...], namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 18 april 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 17 augustus 2006 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring van de locatie De Schie te Rotterdam. Op 28 maart 2013 is hij geplaatst in de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen, waar een regime van algehele gemeenschap
geldt.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager is geplaatst in de locatie Ooyerhoek Zutphen omdat zijn veiligheid in de locatie De Schie niet langer gegarandeerd zou kunnen worden. Klager zou informatie hebben verstrekt over een personeelslid op basis waarvan dit personeelslid de toegang tot
de inrichting is ontzegd. Ook zou klager informatie hebben verstrekt over de betrokkenheid van een medegedetineerde. Dit zou volgens de selectiefunctionaris bij deze medegedetineerde bekend zijn geworden. Het is onjuist dat het initiatief van klager is
uitgegaan. Klager is benaderd door het afdelingshoofd en hem is – in ruil voor meer vrijheden – verzocht medewerking te verlenen aan het onthullen van de illegale praktijken van de werkmeester. Voordat klager werd ‘ingeschakeld’, bestond reeds de
verdenking van betrokkenheid van gedetineerde X. Klager ontkent dat iemand bij hem verhaal is komen halen. De kwestie speelt in ieder geval al sinds de selectiebeslissing tot plaatsing in de gevangenis van de locatie De Schie. Klager heeft vervolgens
wekenlang contact gehad met gedetineerde X zonder dat er incidenten zijn geweest. In het bezwaarschrift is voorgesteld gedetineerde X over te plaatsen in plaats van klager, omdat gedetineerde X zich schuldig heeft gemaakt aan de invoer van contrabande
en niet klager.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is geplaatst in de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen omdat hij informatie heeft verstrekt over de betrokkenheid van een personeelslid en een gedetineerde bij de invoer van contrabande. De directeur van de locatie De Schie heeft
aangegeven dat klager zelf een personeelslid heeft benaderd met informatie over de invoer van contrabande en de mogelijke betrokkenheid van een personeelslid daarbij. Naar aanleiding van deze melding is in de locatie De Schie een onderzoek ingesteld
waarbij verschillende gedetineerden zijn gehoord. Één van deze gedetineerden is vervolgens verhaal gaan halen bij klager. Op grond hiervan heeft de directeur van de locatie De Schie gemeend dat de veiligheid van klager niet langer gegarandeerd kon
worden. De orde, rust en veiligheid in de locatie De Schie zijn door de voorvallen eveneens verstoord.
Klager heeft inmiddels een verzoek tot overplaatsing naar een inrichting in de regio Utrecht/Amsterdam ingediend. De selectiefunctionaris staat positief tegenover dit overplaatsingverzoek. Dit verzoek kan echter niet toegewezen worden, omdat klager
niet
in dezelfde inrichting als zijn medeverdachten geplaatst mag worden.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zuthpen is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. Uit het selectieadvies blijkt dat de directie van de locatie De Schie heeft verzocht klager met spoed over te plaatsen naar een andere inrichting. Klager zou inlichtingen hebben verstrekt over de mogelijke betrokkenheid van een personeelslid en
een medegedetineerde bij de invoer van contrabande in de inrichting. Deze medegedetineerde is vervolgens verhaal gaan halen bij klager. Klagers veiligheid in de locatie De Schie zou hierdoor niet langer gegarandeerd kunnen worden. De beroepscommissie
is
van oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris tot plaatsing van klager in de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen onvoldoende is gemotiveerd. De stelling dat klagers veiligheid in de locatie De Schie niet langer gegarandeerd kan
worden, is onvoldoende feitelijk onderbouwd. Nergens blijkt uit dat er incidenten zijn geweest tussen klager en medegedetineerden en/of personeelsleden. Bovendien is de selectiefunctionaris ongemotiveerd voorbijgegaan aan de door klager aangevoerde
stelling dat het onduidelijk is waarom niet kon worden volstaan met een overplaatsing van de medegedetineerde die klager zou hebben aangesproken. Gelet op het vorenstaande dient de bestreden beslissing wegens een gebrekkige motivering te worden
vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van
een
tegemoetkoming
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. dr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 23 juli 2013
secretaris voorzitter