nummer: 13/1373/GA
betreft: [klager] datum: 22 juli 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. I.N. Wildschut, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 19 april 2013 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Veenhuizen, locatie Esserheem,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 8 juli 2013, gehouden in de p.i. Achterhoek, locatie Ooyerhoek te Zutphen, zijn gehoord klager en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Veenhuizen.
Klagers raadsvrouw heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid te worden gehoord ter zitting van de beroepscommissie.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de oplegging van een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een strafcel, ingaande 13 maart 2013 om 13.00 uur en eindigende op 18 maart 2013 om 13.00 uur, wegens een te laag kreatininegehalte (1,7 mmol/L) van de urine bij
een urinecontrole op 8 maart 2013 en een positieve uitslag van die urinecontrole.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager gebruikt veel medicatie vanwege maagklachten en diabetes, zo’n twaalf tabletten per dag. Hij komt regelmatig bij de verpleegkundige. Zij zei dat twee liter drinken per dag te weinig was. Klager slaapt slecht en wordt vroeg wakker. Hij moet dan
drinken. Zo ook op de dag van de urinecontrole. Hij wist dat er die dag een controle zou zijn. Klager gebruikt geen middelen. Het klopt dan ook niet dat hij een keer een te hoge THC-waarde zou hebben gehad.
De plaatsvervangend vestigingsdirecteur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klagers kreatininegehalte was op 8 maart 2013 te laag en hij scoorde positief op cannabinoiden. Bij een eerdere controle op 27 februari 2013 heeft hij ook een urinecontrole gehad, waarbij hij een te laag kreatininegehalte had. Hij is toen gewaarschuwd.
Voordien gaven de urinecontroles een normaal kreatininegehalte aan. De score die hij nu had was dermate laag dat hij erg veel gedronken moet hebben.
3. De beoordeling
Niet in geschil is dat bij klager een te laag kreatininegehalte is geconstateerd.
Vast is komen te staan dat bij klager meerdere urinecontroles zijn afgenomen, waarbij er sprake was van een normaal kreatininegehalte. Op 27 februari 2013 was dit kreatininegehalte echter te laag. Klager heeft om die reden een waarschuwing gekregen.
Op 8 maart 2013 bleek zijn kreatininegehalte wederom te laag en bleek overigens van gebruik van cannabinoiden. Gelet op de eerdere waarschuwing en het gegeven dat de urinecontrole van 8 maart 2013 tijdig was aangekondigd, had klager er rekening mee
moeten en kunnen houden door zijn vochtinname, wat er van de medische noodzaak daartoe ook zij, te beperken.
Nu klager dit niet heeft gedaan en de score een te laag kreatininegehalte laat zien, alsook een positieve score op het gebruik van cannabinoiden, gaat de beroepscommissie ervan uit dat sprake is geweest van frauduleus handelen.
De directeur heeft daarmee tot oplegging van eerder vermelde disciplinaire straf kunnen overgaan. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, drs. R.K. Boelens en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 22 juli 2013.
secretaris voorzitter