nummer: 13/1048/GA
betreft: [klager] datum: 17 juli 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. M.F.E. Sprenkels namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 29 maart 2013 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Veenhuizen,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 10 juni 2013, gehouden in de p.i. Veenhuizen, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. M.F.E. Sprenkels en [...], juridisch medewerker en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een strafcel ingaande op 28 december 2012 in verband met het aantreffen van pillen in klagers verblijfsruimte.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Gezegd werd na de voorlopige test dat de pillen amfetamine bevatten en naar aanleiding daarvan is klager rapport aangezegd en de disciplinaire straf opgelegd. Klager heeft gevraagd om de pillen te testen en uiteindelijk bleek dat de pillen anabolen
bevatten. Hij heeft geen verklaring voor de pillen die in zijn cel zijn aangetroffen. In het potje zat vitamine C. Klager neemt dat niet iedere dag in.
De directeur had op grond van de voorlopige testresultaten niet de disciplinaire straf mogen opleggen en had moeten wachten totdat de uiteindelijke resultaten bekend waren. De strafoplegging heeft gevolgen gehad voor klagers detentiefasering die nu
veel
later is opgestart.
Door en namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Bij celinspectie zijn pillen aangetroffen in klagers cel die niet door de medische dienst waren voorgeschreven of via de inrichtingswinkel waren aangeschaft. Het is klager is niet toegestaan om de pillen in zijn bezit te hebben. Uit een voorlopige test
bleek dat de pillen amfetamine bevatten. Op verzoek van klager zijn de pillen verder getest. Klager stelt niet te weten hoe de pillen in zijn cel terecht zijn gekomen. Het ging om zeventien pillen. De pillen zagen er anders uit dan vitamine C. Vitamine
C kan via de winkel worden aangeschaft.
3. De beoordeling
Op klagers cel zijn zeventien pillen aangetroffen die niet waren voorgeschreven door de medische dienst en niet via de inrichtingswinkel gekocht konden zijn. De beroepscommissie is van oordeel dat dergelijke niet toegestane pillen als contrabande
kunnen
worden beschouwd en dat de oplegging van een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een strafcel wegens het bezit van deze contrabande niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Dat uit voorlopige testresultaten naar voren kwam
dat de pillen amfetamine zouden bevatten en de uiteindelijke testresultaten aangaven dat de pillen een ander verboden middel, te weten anabolen, bleken te bevatten, doet hier niet aan af. De beroepscommissie zal het beroep ongegrond verklaren en de
uitspraak van de beklagcommissie bevestigen met wijziging van de gronden.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, drs. R.K. Boelens en ing. M.J. Mulders, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 17 juli 2013
secretaris voorzitter