Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1575/GA, 17 juli 2013, beroep
Uitspraakdatum:17-07-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1575/GA

betreft: [klager] datum: 17 juli 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 26 april 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Norgerhaven te Veenhuizen, betreffende het feit dat klager geen lenzenvloeistof (hard) in de inrichtingswinkel kan kopen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. M.F.E. Sprenkels om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beklagrechter grotendeels op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Voor zover klager stelt dat de directeur niet voldoet aan zijn zorgplicht door niet te voorzien in een andere
mogelijkheid om lenzenvloeistof te bestellen, had klager wel in zijn beklag moeten worden ontvangen. De stelling mist in dat geval echter feitelijke grondslag. Klager kan immers bij zijn afdeling aangeven wanneer hij lenzenvloeistof nodig heeft, waarna
deze voor hem wordt besteld.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond voor zover de beklagrechter klager niet heeft ontvangen in zijn klacht met betrekking tot de zorgplicht van de directeur, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog
ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond. De beroepscommissie ziet geen aanleiding voor het toekennen van een tegemoetkoming.
De beroepscommissie verklaart het beroep voor het overige ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 17 juli 2013

secretaris voorzitter

Naar boven