nummer: 13/1175/GA
betreft: [klager] datum: 17 juli 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de directeur van de locatie Zoetermeer,
gericht tegen een uitspraak van 4 februari 2013 van de beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager, voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft klager in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 150,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de ventilatie in klagers verblijfscel, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft zijn beroep als volgt toegelicht. Hij is het niet eens met de toegekende tegemoetkoming van € 150,=. De beklagcommissie heeft zonder dit bij de directeur te verifiëren aannemelijk geacht dat klager 60 dagen op verblijfsruimte F44,
waar de ventilatie onvoldoende functioneerde, heeft verbleven. Uit de als bijlage bij het beroepschrift meegezonden op naam van klager staande “kaart met celplaatsingen” blijkt dat het slechts 4 dagen betrof. De directeur verzoekt de beroepscommissie
de
uitspraak van de beklagcommissie te vernietigen en aan klager een in redelijkheid en billijkheid vast te stellen compensatie toe te kennen.
Klager heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om te reageren op het beroep van de directeur.
3. De beoordeling
De tegemoetkoming is toegekend voor het gedurende zestig dagen verblijven in verblijfsruimte F44. De beklagcommissie heeft aannemelijk geacht dat klager medio juli 2012 in deze verblijfsruimte is geplaatst. Aangezien namens de directeur ter zitting van
de beklagcommissie kennelijk is meegedeeld dat klager op 13 september 2012 is verplaatst naar cel F35, heeft de beklagcommissie die datum als einddatum gehanteerd. Naar nu is gebleken, is de door klager en de namens de directeur verstrekte informatie
niet juist. Op grond van de op naam van klager staande kaart met celplaatsingen staat vast dat klager op 20 augustus 2012 in verblijfsruimte F44 is geplaatst en dat hij deze verblijfsruimte na vier dagen, te weten op 24 augustus 2012, heeft verlaten om
vervolgens te verblijven in verblijfsruimte F35. Gelet op het vorenstaande kan de beroepscommissie zich niet verenigen met de toegekende tegemoetkoming. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een lagere
tegemoetkoming
vaststellen op een bedrag van € 10,=.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,-.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van
B.A. Bogaars, secretaris, op 17 juli 2013
secretaris voorzitter