Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0860/GA, 4 juli 2013, beroep
Uitspraakdatum:04-07-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/860/GA

betreft: [klager] datum: 4 juli 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 4 maart 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie De Ooyershoek te Zutphen, voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft een tegemoetkoming van € 15,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de vermissing van goederen, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering. De door klager gemiste schoenen en ring hebben emotionele waarde. Klager wil de werkelijke waarde van deze goederen vergoed hebben. Hij wil de spullen vervangen zodat hij
toch
een aandenken heeft aan zijn overleden familieleden. De geschatte waarde is ongeveer € 700,-.

De directeur heeft zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt voorop dat de tegemoetkoming is bedoeld voor door klager ondervonden ongemak. In geval er sprake is van schade en indien die schade eenvoudig is te begroten, is er aanleiding schadevergoedingsaspecten te betrekken bij de
bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming. In het onderhavige geval is niet eenvoudig vast te stellen wat de omvang van de schade door de vermissing van klagers goederen is geweest. De beroepscommissie kan zich daarom verenigen met de toegekende
tegemoetkoming. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover daartegen beroep is ingesteld.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 4 juli 2013

secretaris voorzitter

Naar boven