Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1522/GV, 2 juli 2013, beroep
Uitspraakdatum:02-07-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1522/GV

betreft: [klager] datum: 2 juli 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 11 april 2013 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman mr. H.C. Meijer, om het beroep schriftelijk toe te lichten. Klagers raadsman heeft van die gelegenheid geen
gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroepniet nader toegelicht.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het verzoek is afgewezen omdat een intake bij Exodus De Stoel te Rolde nu nog te vroeg wordt geacht. Een plaatsing op grond van artikel 43, derde lid, van de Pbw is bedoeld voor de laatste zes maanden van de detentie. De einddatum van klagers detentie
ligt in april 2014. Een eventuele intake en voorbereiding in De Stoel in Rolde kan daarom in september 2013 aan de orde komen. Hoewel wordt onderschreven dat een eventuele intake aldaar dient te geschieden en niet in de inrichting waar klager thans
verblijft, is het daarvoor nu nog te vroeg. De selectiefunctionaris zal aan de directeur van de inrichting adviseren in september 2013 een voordracht voor een dergelijk verzoek te doen.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie Zuyder Bos heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag omdat het nog te vroeg is voor een eventuele opname van klager. Daarnaast is de directeur van mening dat het intakegesprek ook in de inrichting plaats
zou kunnen vinden zodat incidenteel verlof niet vereist is.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Haarlem heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het verlenen van incidenteel verlof, mits klager van en naar de plaats van de intake wordt vervoerd middels vervoer door de Dienst Vervoer
en
Ondersteuning.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van zesendertig maanden, waarvan twaalf maanden voorwaardelijk, met aftrek, wegens – kortweg – misdrijven als omschreven in de artikelen 244 en 248 van het Wetboek van Strafrecht. De wettelijk vroegst mogelijke
v.i.-datum valt op of omstreeks 25 april 2014.

Op grond van artikel 29 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) kan incidenteel verlof onder meer worden verleend voor een intakegesprek. Uit de inlichtingen van de Staatssecretaris, en dan met name in het advies van
de directeur, komt naar voren dat de intake dient ter voorbereiding van een plaatsing in “De Stoel” te Rolde, zijnde een plaatsing als bedoeld in artikel 43, derde lid, van de Pbw. De bestreden beslissing is blijkens de toelichting daarop gegrond op de
opvatting dat een dergelijke plaatsing slechts gedurende de laatste zes maanden van de detentie aan de orde kan zijn. Dit kan echter niet worden afgeleid uit de tekst van deze bepaling noch uit de Memorie van Toelichting op de Pbw. Gelet hierop is de
beroepscommissie van oordeel dat de beslissing tot afwijzing van het verzoek om incidenteel verlof is genomen op een grond die deze beslissing niet kan dragen. Derhalve moet de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking
komende belangen, als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee wekenna ontvangst van deze uitspraak.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. G.L.M. Urbanus, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 2 juli 2013

secretaris voorzitter

Naar boven