Nummer: 13/1510/GB
Betreft: [klager] datum: 2 juli 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.A. Huibers, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 18 april 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 17 september 2012 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Zwaag te Hoorn. Op 17 april 2013 is hij geplaatst in de gevangenis van de locatie Zuyer Bos, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager is het niet eens met zijn plaatsing in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos. Hij verzoekt om overplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.). Gelet op het belang bij een
spoedig verloop van de procedure meent klager dat de selectiefunctionaris klager in zijn belangen heeft geschaad door hem niet tijdig en uit eigen beweging in kennis te stellen van de inhoud van de beslissing op bezwaar. Klager wenst hiervoor
gecompenseerd te worden. De selectiefunctionaris heeft in zijn beslissing op bezwaar klagers punten niet inhoudelijk behandeld, dit is onredelijk en onbillijk. Klager klaagt erover dat hij, naast de sancties die hij opgelegd heeft gekregen voor zijn
positieve urinecontrole, gedurende drie maanden wordt uitgesloten van detentiefasering. Hierover is klager niet geïnformeerd. Tevens wenst klager gecompenseerd te worden voor het ondervonden ongemak door de onjuiste beslissing van de
selectiefunctionaris.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager heeft driemaal positief gescoord bij een urinecontrole, conform het drugsontmoedigingsbeleid vormt dit een contra-indicatie voor plaatsing in een b.b.i. Klager
heeft in zijn bezwaarschrift aangegeven niet op de hoogte te zijn geweest van het drugsverbod in de locatie Zwaag. Klager had dit echter uit de aan hem uitgereikte huisregels kunnen opmaken. Klager stelt dat hij niet tijdig op de hoogte is gesteld van
de ongegrondverklaring van zijn bezwaarschrift. Dit kan de selectiefunctionaris niet verweten worden, de beslissing op bezwaar is op 18 april 2013 digitaal naar de locatie Zuyder Bos verzonden. De selectiefunctionaris heeft begrip voor klagers leeftijd
en de daaraan gekoppelde resocialisatie, op dit moment heeft hij echter onvoldoende vertrouwen in een goed verloop van klagers verblijf in een b.b.i. Klager heeft in een periode van enkele maanden viermaal laten zien zich niet aan de regels te kunnen
houden. Met een einddatum detentie die valt in 2014 en zijn deelname aan het programma TR, heeft klager ruim de tijd om te laten zien dat hij zich aan de regels kan houden.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Zuyder Bos is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. Klager heeft eerst op 7 mei 2013 kennis kunnen nemen van de beslissing van 18 april 2013 van de selectiefunctionaris. Nu klager hierdoor niet in zijn processuele belangen is geschaad, gaat de beroepscommissie voorbij aan klagers verzoek hem
hiervoor een tegemoetkoming te verlenen.
4.4. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat klager
meerdere malen positief heeft gescoord bij een urinecontrole, hetgeen een contra-indicatie vormt voor een verblijf in een b.b.i. Daargelaten dat elke gedetineerde bij binnenkomst in de inrichting de huisregels krijgt uitgereikt, beschouwt de
beroepscommissie het als een feit van algemene bekendheid dat het voorhanden hebben en het gebruik van drugs in de penitentiaire inrichtingen niet is toegestaan, zodat klager zich niet kan beroepen op onwetendheid van dit verbod. Door desondanks
meerdere malen drugs te gebruiken moet klager hebben kunnen weten dat hieraan ook consequenties zijn verbonden voor zijn detentiefasering. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 2 juli 2013
secretaris voorzitter