Nummer: 13/1287/GB
Betreft: [klager] datum: 2 juli 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. G. Palanciyan, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 17 april 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 1 november 2011 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie Zwolle Zuid 1.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager wil graag beginnen met een HBO-studie, maar voor het maken van tentamens moet hij verlof aanvragen. Klager verzoekt dan ook om plaatsing in een b.b.i. Volgens klager klopt een aantal
gegevens ten aanzien van de disciplinaire straffen uit het selectieadvies van de locatie Zwolle Zuid 1 niet. Dit moet nog worden aangepast in de rapportage. Klager heeft nog geen enkel verlof mogen genieten, het is hem dan ook onduidelijk op welke
gronden de selectiefunctionaris stelt dat klager heeft laten zien niet met vrijheden om te kunnen gaan. Volgens de selectiefunctionaris zou klager negatief gedrag laten zien. Dit is echter onjuist. Klager heeft een diploma behaald en wil nu
doorstuderen. Dit heeft de selectiefunctionaris niet meegewogen. Daarnaast zijn aan klager geen disciplinaire straffen opgelegd. De selectiefunctionaris heeft onzorgvuldig gehandeld en er is sprake van strijd met het motiveringsbeginsel door de
negatieve adviezen van het Openbaar Ministerie (OM) en de locatie Zwolle Zuid 1 niet te verifiëren. Tevens heeft de selectiefunctionaris in strijd gehandeld met het beginsel van hoor en wederhoor door klager niet te horen. Door de negatieve beslissing
van de selectiefunctionaris is klager psychisch aangeslagen en raakt hij steeds minder gemotiveerd om zijn detentie een positieve wending te geven.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Klager heeft disciplinaire straffen opgelegd gekregen en hij gebruikt en bezit van cannabinoïde. Klager kan niet goed met vrijheden omgaan. Een diploma alleen
is geen garantie voor plaatsing in een b.b.i. of om succesvol te functioneren in de samenleving, klager moet los van zijn studie en diploma aan zijn gedrag werken. Klager kon zijn goede gedrag laten zien door middel van zijn reinigingsbaan, deze heeft
hij echter niet weten te behouden. De afdeling Terugdringen Recidive (TR) geeft een negatief advies en klager heeft een hoog ingeschat recidiverisico. Tevens adviseert het OM negatief vanwege het risico op ongewenste confrontatie met slachtoffers, het
risico op maatschappelijke onrust en verstoring van de openbare orde en een ernstig vermoeden dat verlof zal leiden tot drank- of drugsgebruik of tot een poging tot invoer van contrabande. Volgens de selectiefunctionaris vormt klager nog geen beperkt
maatschappelijk risico, wat een contra-indicatie is voor plaatsing in een b.b.i.
4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.
4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.
4.3. Gelet op de negatieve adviezen in het selectieadvies van het MDO, het OM, TR en de vrijhedencommissie van de locatie Zwolle Zuid 1 ten aanzien van klagers plaatsing in een b.b.i., kan de beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van
alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Uit voornoemde adviezen komt naar voren dat klager problematisch gedrag laat zien in de inrichting, dat heeft geleid tot rapporten en disciplinaire straffen. Dit
biedt thans onvoldoende vertrouwen dat klager zonder de regels en voorwaarden te overtreden, kan omgaan met de vrijheden en verantwoordelijkheden die verbonden zijn aan een plaatsing in een b.b.i. Bovendien wordt klagers recidiverisico hoog ingeschat.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 2 juli 2013
secretaris voorzitter