Nummer: 13/1397/GB
Betreft: [klager] datum: 2 juli 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.T.E. Vis, namens
[...], verder te noemen klaagster,
gericht tegen een op 25 april 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klaagster gericht tegen de beslissing haar over te plaatsen naar de gevangenis van de locatie Zwolle Zuid 2 ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klaagster is sedert 3 september 2012 gedetineerd. Zij verbleef in de gevangenis van de locatie Nieuwersluis. Op 29 maart 2013 is zij overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Zwolle Zuid 2, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Namens klaagster is het beroep als volgt toegelicht. Klaagster is op 24 maart 2013 verwikkeld geraakt in een conflict met een medegedetineerde, zij is die zelfde dag nog ingesloten en geplaatst in een afzonderingscel. Op 25 maart 2013 ontving
klaagster een schriftelijke mededeling van een disciplinaire straf, deze betrof vijf dagen opsluiting in de strafcel met ingangsdatum 24 maart 2013. Bij een tweede afzonderlijke beslissing, gedateerd 25 maart 2013, heeft de directeur klaagsters
geplande
verlof ingetrokken. Bij een derde beslissing is klaagster overgeplaatst naar de locatie Zwolle Zuid 2. Door klaagsters verlof in te trekken en haar over te plaatsen naar de locatie Zwolle Zuid 2, is zij tweemaal opnieuw gestraft voor hetzelfde feit.
Dit
is in strijd met het beginsel van een behoorlijke procesorde. Klaagster verzoekt om een mondelinge behandeling.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Op grond van klaagsters conflict met een medegedetineerde heeft de directeur van de locatie Nieuwersluis verzocht klaagster over te plaatsen naar een andere
penitentiaire inrichting. Door voorgenoemd incident heeft klaagster de orde en veiligheid van de inrichting verstoord. Daarnaast zorgt klaagsters gedrag voor onrust bij haar medegedetineerden en acht de directie van de locatie Nieuwersluis het risico
van een nieuwe escalatie aanwezig. Op grond van klaagsters gedrag, de verstoring van de orde en de veiligheid in de inrichting en het risico op een nieuwe escalatie heeft de selectiefunctionaris besloten klaagster over te plaatsen naar de locatie
Zwolle
Zuid 2. Op de maatregelen die de directeur van de locatie Nieuwersluis neemt heeft de selectiefunctionaris geen invloed.
4. De beoordeling
4.1. Klaagster verzoekt om een mondelinge behandeling. De beroepscommissie wijst dit verzoek af, nu dit verzoek niet is toegelicht. De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om een beslissing op het beroep te kunnen nemen.
4.2. De gevangenis van de locatie Zwolle Zuid 2 is een inrichting voor vrouwen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.3. Klaagster, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.4. Uit het selectieadvies van de directeur van de locatie Nieuwersluis van 28 maart 2013 komt naar voren dat klaagster de orde en veiligheid in de locatie Nieuwersluis dermate heeft verstoord dat een langer verblijf in deze inrichting niet
wenselijk werd geoordeeld. Klaagster veroorzaakte in de locatie Nieuwersluis veel onrust bij haar medegedetineerden waardoor het risico op een nieuwe escalatie aanwezig was. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de
selectiefunctionaris kan derhalve, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 2 juli 2013
secretaris voorzitter