Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0976/GB, 27 juni 2013, beroep
Uitspraakdatum:27-06-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/976/GB

Betreft: [klager] datum: 27 juni 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 maart 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 8 april 2011 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager verzoekt om overplaatsing vanwege een verstoorde relatie met het inrichtingspersoneel van de inrichting waar hij thans verblijft. Hij is meerdere malen disciplinair gestraft, mede ten
gevolge van voorvallen die zich hebben voorgedaan naar aanleiding van de voornoemde verstoorde relatie. Klager voelt zich niet op zijn plaats in de p.i. Krimpen aan den IJssel en verzoekt, in het kader van het binnen detentie maken van een nieuwe
start,
om overplaatsing naar de p.i. Dordrecht. Tenslotte vraagt klager om dit verzoek tot overplaatsing niet te beschouwen als een herhaald verzoek als bedoeld in artikel 18, vierde lid, van de Pbw, omdat klager hier verzoekt om overplaatsing naar een andere
inrichting.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Op 13 januari 2012 is klager geselecteerd, mede op eigen verzoek, voor de p.i. Krimpen aan den IJssel. Op 12 oktober 2012 heeft klager een verzoek gedaan tot
overplaatsing naar de locatie De Schie te Rotterdam, vanwege het bezoek van zijn advocaat en omdat hij zich niet op zijn gemak voelde in de p.i. Krimpen aan den IJssel. Klagers eerste verzoek is op 24 oktober 2012 afgewezen, de reden hiervoor was dat
het verzoek als een verkapte bedreiging naar de directie van de p.i. Krimpen aan den IJssel werd aangemerkt. Klager heeft beroep aangetekend tegen deze afwijzing, dit is echter op 29 januari 2013 door de beroepscommissie ongegrond verklaard. Volgens de
selectiefunctionaris bleek uit recente navraag bij het bureau selectie- en detentiebegeleiding van de p.i. Krimpen aan den IJssel dat er geen bijzonderheden te melden waren en er niets veranderd is in klagers opstandige gedrag. Desondanks blijft een
objectieve bejegening jegens klager gegarandeerd. Overigens is klager niet verstoken van bezoek.

4. De beoordeling
Klager wil worden overgeplaatst naar de p.i. Dordrecht omdat hij in de p.i. Krimpen aan den IJssel niet lekker in zijn vel zit en hij spreekt van een verstoorde relatie met de medewerkers van de p.i. Krimpen aan den IJssel. Door de vrijhedencommissie
en
het Multi Disciplinair Overleg van de p.i. Krimpen aan den IJssel wordt een verstoorde relatie niet bevestigd, zij adviseren negatief ten aanzien van een horizontale overplaatsing van klager. Klager heeft niet feitelijk onderbouwd dat er sprake is van
een verstoorde relatie tussen hem en de medewerkers van de p.i. Krimpen aan den IJssel. Ook is klager niet verstoken van bezoek. Gelet op het vorenstaande kan de beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende
belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 27 juni 2013

secretaris voorzitter

Naar boven