Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0889/GB, 4 juni 2013, beroep
Uitspraakdatum:04-06-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/889/GB

Betreft: [klager] datum: 4 juni 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.G. van den Biezenbos, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 13 maart 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een huis van bewaring (h.v.b.) in de regio Eindhoven afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 21 januari 2013 gedetineerd. Hij verblijft in de Extra Zorg Voorziening van het h.v.b. van de locatie Het Schouw te Amsterdam.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager verzoekt overplaatsing naar een h.v.b. in de regio Eindhoven vanwege de reisafstand van zijn bezoek. Klagers familie heeft aangegeven dat zij, vanwege praktische en financiële redenen,
hem
niet kunnen opzoeken in de locatie Het Schouw. Ten gevolge van het uitblijven van contact met zijn familie ondervindt klager ernstige psychische en emotionele klachten. Deze klachten worden onderbouwd door een bijgevoegde pagina van de
vroeghulprapportage van de reclassering. Uit deze rapportage blijkt dat klager last heeft van psychologische, sombere en suïcidale klachten en is er bij hem een persoonlijkheidsstoornis geconstateerd. Klager heeft regelmatig contact met zijn huisarts
en
een GGZ psycholoog. Er is al herhaaldelijk aangedrongen op een klinische opname van klager. Klager meent dat hierbij zijn depressieve klachten zijn aangetoond en dat dientengevolge een belangenafweging in zijn voordeel dient uit te vallen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Het rapport van de reclassering geeft aan dat klagers behandeling in 2008 is gestopt en het reclasseringstoezicht positief werd afgesloten. Een klinische
opname
heeft klager meerdere malen afgewezen. Tevens gebruikt klager geen anti-psychotica. Uit de inrichtingsrapportage blijkt dat klager zich correct gedraagt. In de stukken ontbreekt een bevestiging van de psycholoog van de locatie Het Schouw waaruit blijkt
dat klager overgeplaatst dient te worden. Uit het telefoongesprek dat de selectiefunctionaris met de psycholoog van de locatie Het Schouw heeft gehad, kwam naar voren dat op het gebied van aandacht en zorg geen overplaatsing nodig is, maar het voor
klager fijn zou zijn om dichter bij zijn familie te verblijven. Een preventief gehechte dient zo dicht mogelijk bij het parket van insluiting te worden overgebracht. Bezoekproblemen zijn inherent aan een detentiesituatie. Mocht klager veroordeeld
worden
dan kan hij, in het kader van een selectie naar een p.i. voor afgestraften, zijn voorkeur kenbaar maken voor de gevangenis van een p.i. in de omgeving van Eindhoven.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte in afwachting van plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Bezoekproblemen zijn inherent aan de detentiesituatie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen grond voor overplaatsing. Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekproblemen kan niet als een bijzondere omstandigheid worden
aangemerkt. Wat betreft klagers gezondheid wordt niet feitelijk onderbouwd dat een overplaatsing naar een h.v.b. in de regio Eindhoven geïndiceerd is. De beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen,
niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 4 juni 2013

secretaris voorzitter

Naar boven