nummer: 13/1070//GM
betreft: [klager] datum: 11 juni 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht,
alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 28 maart 2013 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.
De beroepscommissie hield zitting op 3 juni 2013 in de p.i. Amsterdam Over-Amstel te Amsterdam.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruikgemaakt.
De inrichtingsarts verbonden aan de p.i. Dordrecht heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen en heeft een nadere reactie toegezonden.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beroep
De klachten, zoals neergelegd in de verzoeken om bemiddeling aan de medisch adviseur van 6 januari 2013, betreffen:
1. er wordt niets gedaan aan klagers extreme pijn;
2. klager wil tramadol, hij weet dat dat helpt tegen zijn pijn;
3. tramadol zou voor harddrugsgebruikers zijn;
4. klager krijgt alleen naproxen, daarvan krijgt hij maagklachten;
5. de uitlatingen van de inval arts;
6. de arts nam niet eens de moeite een routinematige verificatie te doen;
7. na herhaling van de klachten heeft klager weer te horen gekregen alleen naproxen te krijgen.
De klachten, zoals neergelegd in de verzoeken om bemiddeling aan de medisch adviseur van 23 januari 2013, betreffen:
8. hij wordt al 3 maanden aan lijntje gehouden, heeft pijn;
9. wederom is niet nodig geacht een routine controle uit te voeren;
10. verder werd in gesprek gevraagd waarom klager geen bloed had laten prikken;
11. welke medicatie klager wilde; tramadol; arts zou met psychiater overleggen, niets meer van gehoord.
2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft in zijn beroepschrift het volgende aangevoerd. Hij heeft 14 klachten ingediend. De medisch adviseur heeft net als het hoofd zorg en de leden van het pmo een onverschillige houding aangenomen. Het gaat klager niet alleen om het verstrekt
krijgen van Tramadol. De rest wordt genegeerd en iedereen schijft zijn verantwoordelijkheden af.
De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen. Uit de door klager opgestelde formuleringen op het klachtenformulier kan de inrichtingsarts niet meer opmaken en beantwoorden dan hij reeds aan de medisch adviseur heeft gedaan. Ook de leden
van
het pmo ondersteunen de gang van zaken. Er zijn meerdere hulpverleners, dokters, psychologen en een psychiater bezig geweest met klagers klachten. Dit is op een secure wijze met inachtneming van de achtergrond en hulpvragen van klager gedaan. Dat niet
aan zijn hulpvraag met betrekking tot de medicatie is voldaan mag blijken uit het medisch dossier.
3. De beoordeling
De beroepscommissie is op basis van de stukken, in samenhang en onderling verband bezien, van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm.
Het is zeer vervelend dat klager vaak en veel pijn heeft. Klager is echter regelmatig en door meerdere disciplines binnen de medische dienst en het pmo gezien en zijn klachten zijn serieus genomen. Dat klager niet de door hem gewenste medicatie krijgt
voorgeschreven is medisch gezien geen verkeerde beslissing. Daarnaast zou het beter voor klager zijn mee te werken aan bepaalde onderzoeken en ook de voorgeschreven vitamine D te slikken.
Hetgeen overigens door klager is aangevoerd kan wegens gebrek aan schriftelijke toelichting en het feit dat klager niet ter zitting is verschenen om deze punten nader toe te lichten, niet tot een ander oordeel leiden.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. S.B. de Pauw Gerlings - Döhrn, voorzitter, J.G.J. de Boer en L.E.M. Kleipool, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 11 juni 2013.
secretaris voorzitter