nummer: 13/710/GA
betreft: [klager] datum: 7 juni 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught,
gericht tegen een uitspraak van 6 februari 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager, voor zover daartegen beroep is ingesteld,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 17 mei 2013, gehouden in de p.i. Vught is [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Vught, gehoord.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het feit dat de directeur er niets aan doet om de geluidsoverlast die wordt veroorzaakt door de gedetineerde die verblijft in de cel boven die van klager, waardoor klagers nachtrust wordt verstoord, te beëindigen, terwijl klager
hiertoe meermalen heeft verzocht (beklagnummer: VU 2012/2275).
De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Geluidsoverlast is in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) een groot probleem en heeft dagelijks de aandacht van de directeur. Helaas vindt
veel geluidsoverlast plaats in de avond en nacht, wanneer er slechts twee personeelsleden aanwezig zijn. Het is daarom zeer lastig te achterhalen wie de veroorzaker van de geluidsoverlast is. Indien het personeel wel constateert dat een bepaalde
gedetineerde geluidsoverlast veroorzaakt, wordt deze hierop aangesproken. Bij herhaling volgt een rapport en eventueel een disciplinaire straf. Als de overlast dan nog blijft aanhouden, wordt de veroorzaker gedurende de nachtelijke uren in een
afzonderingscel geplaatst. Soms wordt tijdens de nachtdienst door het aanwezige personeel extra gecontroleerd op geluidsoverlast, maar in de meeste gevallen stopt de overlast dan abrupt. Desgevraagd antwoordt de directeur dat in het onderhavige geval
niet duidelijk is geworden wie de geluidsoverlast heeft veroorzaakt. Overigens is overplaatsing naar een andere cel of afdeling niet de oplossing, omdat de afdelingen klein zijn en zijn ingericht naar de aard van de problematiek van de daar
verblijvende
gedetineerden.
Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Uit klagers klaagschrift blijkt dat klager op het moment van klagen gedurende ruim drie weken last had van geluidsoverlast en dat hij meermalen het personeel heeft verzocht dit te doen beëindigen. Volgens klager veroorzaakt de gedetineerde die
verblijft
in de cel boven die van hem, gedurende de nachtelijke uren, geluidsoverlast door op de grond te bonken en met voorwerpen over de grond te schuiven.
Uit hetgeen de directeur ter zitting heeft aangevoerd, maakt de beroepscommissie op dat de inrichting zich in het algemeen de nodige moeite getroost en, indien mogelijk, de nodige acties onderneemt om geluidsoverlast, veroorzaakt door gedetineerden, te
voorkomen en te bestrijden. Echter, het is de beroepscommissie niet gebleken dat de directeur in het onderhavige geval concrete acties heeft ondernomen om de door klager ondervonden geluidsoverlast te doen beëindigen. Dit, terwijl klager meermalen bij
het personeel heeft aangegeven waaruit de geluidsoverlast bestaat en door wie dit – volgens hem – wordt veroorzaakt. Gelet op het vorenstaande kan hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het
beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagrechter zal worden bevestigd.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover daartegen beroep is ingesteld.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. M. Boone en J.M.L. Pattijn MSM, leden, in tegenwoordigheid van
mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 7 juni 2013
secretaris voorzitter