Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/4023/GA, 25 april 2013, beroep
Uitspraakdatum:25-04-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/4023/GA

betreft: [klager] datum: 25 april 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere,

gericht tegen een uitspraak van 16 oktober 2012 van de beklagcommissie bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 5 maart 2013, gehouden in de p.i. Hoogeveen, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.S.W. Boorsma en [...], directeur van de p.i. Almere.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag houdt in dat klager door nalatigheid bij het treffen van veiligheidsmaatregelen op de arbeid lichamelijk letsel heeft opgelopen.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het is standaardprocedure bij de arbeid dat iedere gedetineerde, die op de poedercoating komt te werken, bij de intake dezelfde uitleg krijgt over de veiligheidsvoorschriften. Bij de poedercoating gelden strenge veiligheidsvoorschriften. Bij navraag
aan
de betreffende werkmeester is gebleken dat de veiligheidsvoorschriften aan klager zijn medegedeeld en dat klager zich niet aan de veiligheidsvoorschriften heeft gehouden. Er wordt schriftelijk vastgelegd dat een gedetineerde een intake heeft gehad.
Deze
schriftelijke informatie wordt na een paar weken weggegooid.
Er staan op de vloer rode lijnen waarbinnen een gedetineerde niet mag komen om kant en klare producten van de band te halen. Klager is de spuitcabine ingegaan en deze cabine valt binnen het afgebakende gebied. De werkmeester heeft klager geen opdracht
gegeven om de spuitcabine in te gaan. Een werkmeester zou nooit een gedetineerde de opdracht geven om over de rode lijnen te gaan.

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Nu de directeur pas op 21 december 2012 beroep heeft ingesteld dient hij niet-ontvankelijk in zijn beroep te worden verklaard. Klager was spuiter en volgens hem heeft er geen intake plaatsgevonden. Er is ook geen verslag beschikbaar van het
intakegesprek. Gedetineerde C. heeft bevestigd dat de werkmeester klager de opdracht had gegeven de spuitcabine in te gaan. Veiligheidsbrillen worden op vrijwillige basis aan gedetineerden verstrekt. Klager geeft aan dat hij de opdracht heeft
uitgevoerd
omdat hij bang was zijn baan te verliezen en daarom in strijd handelde met de veiligheidsregels. De uitspraak van de beklagcommissie dient bevestigd te worden.

3. De beoordeling
Ten aanzien van de ontvankelijkheid overweegt de beroepscommissie als volgt.
Ingevolge artikel 69, eerste lid, van de Pbw moet het met redenen omklede beroepschrift uiterlijk op de zevende dag na die van de ontvangst van het afschrift van de uitspraak onderscheidenlijk na die van de mondelinge mededeling van de uitspraak worden
ingediend. De uitspraak van 16 oktober 2012 van de beklagcommissie is op 13 december 2012 verzonden. Op 21 december 2012 is per fax een pro forma beroepschrift ingediend, waarin om uitstel wordt verzocht, dat is ondertekend door het plaatsvervangend
hoofd arbeid. Eind december 2012 en begin januari 2013 heeft het plaatsvervangend hoofd arbeid telefonisch contact opgenomen met de RSJ. In het telefoongesprek van 3 januari 2013 is afgesproken dat de directeur zelf nog beroep zou instellen. Nu op 3
januari 2013 bij het secretariaat van de Raad een fax is ontvangen, waarin de directeur beroep instelt, is dit vormverzuim door de directeur hersteld. De directeur verzoekt voorts om uitstel om het verweer te kunnen opstellen. Dit verzoek is
ingewilligd. De beroepscommissie overweegt dat de inrichting de uitspraak op zijn vroegst op 14 december 2012 kan hebben ontvangen. Het pro forma beroepschrift is derhalve tijdig ingediend en de directeur zal ontvankelijk in zijn beroep worden
verklaard.

Klager heeft gesteld dat er met hem geen intakegesprek heeft plaatsgevonden. Door de directeur is aangevoerd dat bij elk intakegesprek bij de arbeid de veiligheidsvoorschriften duidelijk aan de gedetineerde worden uitgelegd. Nu de schriftelijke
vastlegging van het intakegesprek niet meer beschikbaar is, kan niet worden vastgesteld of de veiligheidsvoorschriften aan klager zijn bekendgemaakt.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten,
voorzitter, mr. U.P. Burke en mr. G.M. Mohanlal, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 25 april 2013

secretaris voorzitter

Naar boven