Nummer: 13/513/GB
Betreft: [klager] datum: 28 mei 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.J. Sol, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 6 februari 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Klager is op 6 mei 2013 door een lid van de Raad gehoord.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de locatie Zuid te Arnhem ongegrond verklaard.
2. De feiten
2.1. Klager is sedert 2 september 2009 gedetineerd. Hij verbleef in de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) van de locatie Niendure te Almelo. Op 9 januari 2013 is hij, in afwachting van herselectie, geplaatst in het huis van bewaring
(h.v.b.) van de locatie De Karelskamp te Almelo. Op 15 januari 2013 is hij geplaatst in de gevangenis van de locatie Zuid te Arnhem, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
2.2. Bij uitspraak van 24 april 2013, met nummer 7/2013 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen Almelo, is klagers beklag betreffende een disciplinaire straf van zeven dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel
ongegrond verklaard en is hij niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag gericht tegen de beslissing tot plaatsing in de gevangenis van de locatie Zuid te Arnhem. Klager heeft beroep ingesteld tegen voormelde uitspraak (nummer 13/1403/GA), waarop de
beroepscommissie nog geen uitspraak heeft gedaan.
3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht.
Op 16 januari 2013 heeft klagers raadsman een bezwaarschrift ingediend waarin nadrukkelijk was vermeld dat het recht werd voorbehouden de gronden op een later tijdstip aan te vullen. De raadsman heeft geen ontvangstbevestiging ontvangen en is ook niet
in de gelegenheid gesteld de gronden nader aan te vullen. De beslissing op bezwaar is aan klager uitgereikt, maar niet aan de raadsman verzonden. Klagers raadsman heeft de beslissing zelf moeten opvragen bij de selectiefunctionaris. Door klagers
raadsman niet in de gelegenheid te stellen de gronden aan te vullen en door reeds op 6 februari 2013 te beslissen is afgeweken van de gebruikelijke procedure. Verzocht wordt de zaak terug te wijzen naar de selectiefunctionaris en deze op te dragen
klagers raadsman alsnog in de gelegenheid te stellen de gronden aan te vullen. Inhoudelijk wordt aangevoerd dat plaatsing in een z.b.b.i. plaatsvindt in het kader van resocialisatie en het niet, zoals de selectiefunctionaris het doet voorkomen, iets
heel speciaals is. Bovendien was plaatsing in de gevangenis van de locatie Zuid te Arnhem niet nodig, aangezien klager de disciplinaire straf reeds in het h.v.b. van de locatie De Karelskamp onderging. De selectiefunctionaris heeft beslist op basis van
verkeerde informatie. Klager gebruikte zijn telefoon tijdens zijn werk als radio. Hij heeft misschien een keer een berichtje gelezen. Het klopt niet dat hij, zoals de selectiefunctionaris stelt, mensen heeft bedreigd. Dit staat ook niet in het rapport
en er is ook geen aangifte van bedreiging gedaan. Bedreigend overkomen is iets anders dan bedreigen. Bedreigend overkomen is een interpretatie. Er zijn alleen rapportages beschikbaar “van horen zeggen”. Van de medewerkerster zelf is geen verklaring
aanwezig en aanvullend bewijs van bedreiging of een dreigende houding is niet in het dossier opgenomen. Klager is groot, hij praat met zijn handen en hij heeft misschien zijn stem verheven. Hij wilde nog zijn excuses aanbieden. Op de dag dat klager
werd
weggestuurd bij zijn werkgever, is er nog iemand anders weggestuurd voor hetzelfde feit. Alleen klager is teruggeplaatst. Hij vraagt zich af waarom. Verder is hij pas 28 uur na binnenkomst gehoord, heeft hij de beschikking pas na drie dagen ontvangen
en
heeft de beklagcommissie er vier maanden over gedaan om uitspraak te doen. Klagers gedrag in de gevangenis van de locatie Zuid te Arnhem is goed. Zijn papieren liggen nu alweer drie weken bij de selectiefunctionaris. Hij heeft niets verkeerd gedaan,
maar wordt continu tegengewerkt. Hij vindt dat hij het recht heeft om te zeggen dat iets hem niet bevalt.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager was gedetineerd in de z.b.b.i. van de locatie Niendure op basis van zijn strafrestant en gedrag. Hij bevond zich daarmee in een min of
meer bevoorrechte positie aangezien niet iedereen hiervoor in aanmerking komt. Klager was tewerkgesteld bij een externe werkgever. Dit is een werkgever waar de locatie Niendure al jaren zaken mee doet. Hij is aangesproken op zijn belgedrag waarop een
gesprek volgde met de werkgever. Tijdens dit gesprek heeft klager zich dusdanig bedreigend opgesteld dat hij is teruggestuurd naar de inrichting. De werkgever heeft aangegeven dat klager met onmiddellijke ingang is ontslagen. Klager heeft zich dan ook
niet gehouden aan de gedragscode die geldt voor het verblijf in een z.b.b.i. Vervolgens is er een gesprek geweest met het hoofd van de inrichting en is aan klager een disciplinaire straf opgelegd, welke ten uitvoer is gelegd in het h.v.b. van de
locatie
De Karelskamp. Het is duidelijk dat klager niet voldoet aan de voorwaarden voor plaatsing in een z.b.b.i. Klager heeft aangegeven dat hij in een inrichting in het zuiden van het land wil worden geplaatst. Omdat klager met voorrang overgeplaatst diende
te worden, is gekeken welke inrichting op dat moment plaats had. Aangezien de inrichtingen in het zuiden van het land een lange wachtlijst hebben, is klager in de locatie Zuid te Arnhem geplaatst. De selectiefunctionaris betreurt de gang van zaken
omtrent het versturen van de beslissing op bezwaar. Het bezwaarschrift is drie weken na ontvangst afgehandeld en in die periode zijn er, voor zover de selectiefunctionaris bekend, geen nadere gronden aangevoerd.
4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 2 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden, komen voor plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een te verwaarlozen vlucht- of maatschappelijk risico
vormen, aan wie een vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is opgelegd, ten minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan, geen veroordelingen tot betaling van een geldboete of geldbedrag van meer dan € 226,= hebben openstaan, een
strafrestant hebben van ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.
4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 2000,176) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een belangrijke rol speelt. Indicator
bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de preventieve hechtenis, incidenteel verlof,
strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en achtergrond van het gepleegde delict en de
persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.
4.3. De selectiefunctionaris heeft klager bij beslissing van 14 januari 2013 geselecteerd voor de locatie Zuid te Arnhem. Op 6 februari 2013 is het tegen die beslissing ingediende bezwaarschrift ongegrond verklaard. Door klagers raadsman is
aangevoerd dat hij geen ontvangstbevestiging van het bezwaarschrift heeft ontvangen en hij niet in de gelegenheid is gesteld de gronden van het bezwaarschrift (nader) aan te vullen. De beslissing op bezwaar is slechts aan klager uitgereikt en niet aan
klagers raadsman verzonden. Bovendien is reeds op 6 februari 2013 beslist, zodat niet de gebruikelijk termijn is gehanteerd.
Met klagers raadsman is de beroepscommissie van oordeel dat het procedureel juist zou zijn geweest, indien aan de raadsman een ontvangstbevestiging van het bezwaarschrift en een afschrift van de beslissing op het bezwaarschrift zouden zijn gezonden.
Het
achterwege laten daarvan kan evenwel niet leiden tot een gegrondverklaring van het beroep nu klager door die ‘procedurefouten’ op zich niet in een nadeliger rechtspositie is komen te verkeren. Door op 6 februari 2013 op het bezwaarschrift te beslissen,
heeft de selectiefunctionaris voldaan aan het bepaalde in artikel 17, vierde lid, van de Pbw. Hetgeen daaromtrent door klagers raadman is aangevoerd slaagt om die reden niet. De beroepscommissie wijst het verzoek de zaak terug te wijzen naar de
selectiefunctionaris af.
4.4. Inhoudelijk overweegt de beroepscommissie het volgende. Uit de stukken volgt dat klager disciplinair is gestraft, omdat hij op staande voet is ontslagen bij zijn werkgever, aangezien hij zijn werk niet naar behoren deed, en het personeel zich
bedreigd voelde tijdens het exitgesprek. Het tegen die beslissing ingediende beklag is ongegrond verklaard. De directeur van de locatie Niendure heeft verzocht klager voor een normaal beveiligde inrichting te selecteren. De beroepscommissie is van
oordeel dat voornoemd gedrag van klager een contra-indicatie vormt voor verblijf in een z.b.b.i. De selectiefunctionaris heeft dan ook in redelijkheid klager kunnen besluiten tot plaatsing van klager in een normaal beveiligde inrichting. Gelet op de
geldende wachtlijsten voor inrichtingen in het zuiden van het land, kon de selectiefunctionaris, in afwijking van klagers voorkeur, beslissen hem in de p.i. van de locatie Zuid te Arnhem te plaatsen. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.
Ten overvloede overweegt de beroepscommissie dat klager - mocht het beroep met nummer 13/1403/GA inhoudelijk gegrond worden verklaard - de selectiefunctionaris om plaatsing in een z.b.b.i. kan verzoeken.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 28 mei 2013
secretaris voorzitter