Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1091/GB, 28 mei 2013, beroep
Uitspraakdatum:28-05-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/1091/GB

Betreft: [klager] datum: 28 mei 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. T.S.S. Overes, namens

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een op 3 april 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klaagsters verzoek tot overplaatsing naar de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) van de locatie Nieuwersluis afgewezen.

2. De feiten
Klaagster is sedert 16 februari 2012 gedetineerd. Zij verblijft in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Nieuwersluis.

3. De standpunten
3.1. Namens klaagster is het beroep als volgt toegelicht. Klaagster is het niet eens met de motivering van de selectiefunctionaris. Zij is van mening dat het reclasseringsrapport, dat de selectiefunctionaris gebruikt in zijn beslissing, niet meer
actueel is. Het rapport dateert van 9 mei 2012 en zou niet gebruikt mogen worden. Bovendien is het reclasseringsrapport opgemaakt ten behoeve van klaagsters rechtszitting en niet als advies voor eventuele vrijheden. Klaagster vindt dat de positieve
rapporten te weinig worden meegewogen door de selectiefunctionaris. De politie heeft, ondanks klaagsters hoge recidiverisico, positief geadviseerd omtrent klaagsters overplaatsing naar een z.b.b.i. Tevens heeft de Vrijhedencommissie (VC) van de locatie
Nieuwersluis positief geadviseerd. Klaagster heeft al een aantal goed verlopen verloven genoten. Gedurende detentie gedraagt klaagster zich goed en houdt zij zich aan gemaakte afspraken. Door verschillende procedures heeft klaagster vertraging
opgelopen
omtrent haar overplaatsing naar een b.b.i. waardoor zij van minder vrijheden heeft kunnen genieten. Klaagster heeft, vanwege een miscommunicatie tussen de politie en de locatie Zwolle Zuid 2 omtrent haar verlofadres, pas maanden na de datum waarop zij
voor het eerst recht op verlof zou hebben, verlof genoten. Klaagster verwijst naar een uitspraak van de beroepscommissie met het nummer 12/3250/GA, waaruit volgt dat haar beroepschrift omtrent de afwijzing van een algemeen verlof gegrond is verklaard.
Tevens kwam klaagster vanaf juli 2012 in aanmerking voor overplaatsing naar een b.b.i., dit is echter pas in januari 2013 gerealiseerd.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Klaagster heeft een executie-indicator. Desondanks is zij zonder raadpleging van het OM overgeplaatst vanuit de locatie Zwolle Zuid 2 naar de b.b.i. van de
locatie Nieuwersluis. Klaagster heeft een lang strafblad. Tussen 2000 en 2010 heeft zij acht detenties ondergaan, ondanks het volgen van re-integratie behandelingen. Deze behandelingen hebben klaagsters recidiverisico niet kunnen inperken. Klaagster
ontkent de gepleegde delicten, waardoor recidive verlagende interventies niet mogelijk zijn. Klaagsters recidiverisico en de kans op onttrekking aan de voorwaarden worden hoog ingeschat door de reclassering. Deze risicoanalyse is na klaagsters
veroordeling opgemaakt. Klaagsters situatie is niet veranderd (er hebben geen interventies plaatsgevonden en zij ontkent nog steeds het plegen van de feiten), waardoor de selectiefunctionaris de risicoanalyse nog steeds van kracht acht. Het OM heeft
negatief geadviseerd, vanwege klaagsters hoge recidiverisico. Ondanks klaagsters goede gedrag in de b.b.i., acht de selectiefunctionaris gevaar voor ernstige verstoring van de openbare orde of recidive aanwezig.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 2 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden, komen voor plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een te verwaarlozen vlucht- of maatschappelijk risico
vormen, aan wie een vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is opgelegd, ten minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan, geen veroordelingen tot betaling van een geldboete of geldbedrag van meer dan € 226,= hebben openstaan, een
strafrestant hebben van ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 2000,176) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een belangrijke rol speelt. Indicator
bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de preventieve hechtenis, incidenteel verlof,
strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en achtergrond van het gepleegde delict en de
persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat het
reclasseringsrapport waarop door de selectiefunctionaris een beroep wordt gedaan gedateerd is en kennelijk niet geschreven met het oog op detentiefasering, dat de VC van de locatie Nieuwersluis positief heeft geadviseerd en dat ook de wijkagent, die
goed op de hoogte is van de omstandigheden van klaagster en haar familie/omgeving, geen bezwaren heeft. Bovendien heeft klaagster in de b.b.i. al een aantal goed verlopen verloven genoten. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De
selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een
tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klaagster geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 28 mei 2013

secretaris voorzitter

Naar boven