nummer: 13/1222/GV
betreft: [klager] datum: 28 mei 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.W. Heemskerk namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 10 april 2013 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. J.W. Heemskerk om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof afgewezen.
2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De ontruiming van de woning is een zeer emotionele aangelegenheid en het gaat niet alleen om fysieke maar vooral om geestelijke hulp. Klagers partner is depressief. De raadsman verwijst naar de brieven van de huisarts en klagers partner.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klagers huis is verkocht en hij moet zijn vriendin helpen met de ontruiming. Volgen de huisarts heeft klagers partner last van overspannenheid en depressieve klachten, maar niet is vastgesteld dat zij de woning niet kan leeghalen. Er is een groot
sociaal netwerk rond klager. Zijn familie en vrienden kunnen klagers partner helpen met de ontruiming. De aanwezigheid van klager bij de ontruiming is niet noodzakelijk.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De vrijhedencommissie van de locatie Roermond heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag, omdat klagers aanwezigheid bij het ontruimen van de woning niet noodzakelijk wordt geacht. Klager ontvangt wekelijks bezoek van familie en
vrienden die mogelijk klagers vrouw kunnen ondersteunen tijdens de verhuizing. De advocaat-generaal bij het ressortsparket te ’s Hertogenbosch en de politie hebben zich van advies onthouden.
3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van vier jaar en zes maanden met aftrek, wegens diefstal met geweld. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 5 december 2014.
Op grond van het bepaalde in artikel 21, eerste lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (de Regeling) kan incidenteel verlof worden verleend voor het bijwonen van gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde, waarbij
zijn aanwezigheid noodzakelijk is. In de toelichting op artikel 21 staat dat, hoewel de meest gangbare gronden voor het verlenen van incidenteel verlof in de artikelen 23 tot en met 31 van voormelde Regeling zijn opgesomd, niet wordt uitgesloten dat
ook
andere gebeurtenissen aanleiding kunnen vormen voor het verzoeken om en het verlenen van incidenteel verlof.
De ontruiming van klagers woning is een gebeurtenis in de persoonlijke sfeer. Uit de stukken komt naar voren dat het hierbij vooral gaat om het verlenen van geestelijke bijstand aan klagers vrouw. In de brief van de huisarts van klagers vrouw van 3
april 2013 wordt gesteld dat klagers vrouw depressieve klachten heeft. Hoe begrijpelijk klagers wens om bij de ontruiming aanwezig te zijn ook is, zijn aanwezigheid is niet noodzakelijk in de zin van voornoemde Regeling, daargelaten de vraag of de
datum
van de ontruiming van klagers woning al is verstreken. Dit maakt dat de afwijzing van het verzoek, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk en onbillijk kan worden geacht.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, dr. mr. M.M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 28 mei 2013
secretaris voorzitter