Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1389/GV, 28 mei 2013, beroep
Uitspraakdatum:28-05-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1389/GV

betreft: [klager] datum: 28 mei 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 april 2013 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. H.M.S. Cremers om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De beoordeling
De beroepscommissie heeft in haar uitspraak van 10 april 2013, 12/4015/GA, het beroep tegen de afwijzing van de directeur van klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof van 16 november 2012 gegrond
verklaard. De beroepscommissie heeft de directeur opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan, waarbij is overwogen dat, indien de directeur van mening is dat
verlof moet worden verleend, hij de opdracht om een nieuwe beslissing te nemen zal overdragen aan de Staatssecretaris.
Uit het dossier blijkt dat klager inmiddels bij beslissingen van 1 en 3 mei 2013 van de directeur van de penitentiaire inrichting Vught respectievelijk van de Staatssecretaris toestemming is verleend om gedurende maximaal 60 uur met algemeen verlof te
gaan.
Nu klager van 13 mei 2013 tot en met 15 mei 2013 in de gelegenheid is gesteld om met verlof te gaan, is het belang aan zijn beroep komen te ontvallen. Om deze reden dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beroep.

3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, dr. mr. M.M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 28 mei 2013

secretaris voorzitter

Naar boven