Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1613/STA, 22 mei 2013, schorsing
Uitspraakdatum:22-05-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1613/STA

betreft: [klager] datum: 22 mei 2013

De voorzitter van de beroepscommissie uit de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in FPC De Rooyse Wissel te Venray, verder de inrichting te noemen.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 64 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt), van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van het hoofd van de inrichting van 17 mei 2013, inhoudende verlenging
van
de op 4 april 2013 opgelegde afzondering.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van de schriftelijke inlichtingen van het hoofd van voornoemde inrichting van 22 mei 2013, alsmede van de telefonische mededeling van een medewerker van de beklagcommissie bij de inrichting van 22 mei 2013,
inhoudende dat nog geen klaagschrift is ontvangen en het schorsingsverzoek als klaagschrift zal worden aangemerkt.

1. De standpunten
Verzoeker heeft zijn verzoek als volgt toegelicht.
Op 4 april 2013 is hij in afzondering geplaatst. Binnen 28 dagen had hij gehoord moeten worden, maar dat is niet gebeurd. Pas 15 dagen later is hij gehoord. De patiënt en de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie horen binnen 28 dagen op de hoogte
gesteld te worden als de inrichting een afzonderingsmaatregel wil verlengen. Pas op 16 mei 2013 heeft de inrichting de Staatssecretaris verzocht om een machtiging voor de verlenging van de aan verzoeker opgelegde afzondering. Hij heeft op 18 mei 2013
een klaagschrift ingediend en wenst nu schorsing van de beslissing tot verlenging van de afzonderingsmaatregel.

Uit de inlichtingen van het hoofd van de inrichting komt het volgende naar voren.
Verzoeker is op 4 april 2013 een afzonderingsmaatregel opgelegd vanwege zijn betrokkenheid bij een fors fysiek incident met een medepatiënt in de avond van 3 april 2013. Aanvankelijk heeft verzoeker zijn betrokkenheid ontkend. Op 5 april 2013 meldt hij
dat hij de medepatiënt heeft geslagen, maar dat de medepatiënt hem als eerste heeft geslagen. In de periode daarop is verzoeker dreigend naar het personeel en meldt hij naar een andere kliniek overgeplaatst te willen worden. Hij wil niet naar een
andere
afdeling en alleen maar afgezonderd blijven tot aan zijn overplaatsing naar een andere kliniek. Op 17 april 2013 sluit verzoeker een gesprek af met de mededeling aan de sociotherapie dat ze moeten opletten omdat hij over tien jaar nog steeds weet wie
zij zijn. Op 22 april 2012 geeft hij aan dat hij niet kan instaan voor de veiligheid en helmaal klaar is met de inrichting. Op 26 april 2013 doet hij uitspraken richting de sociotherapie zoals: “teringhoer”. Op 2 mei 2013 mocht verzoeker op dat moment
niet bellen, waarop hij aangaf dat de sociotherapeut zijn overleden zus maar moest verkrachten. Op 4 mei 2013 heeft verzoeker de afzonderingsruimte bevuild en de sociotherapie gezegd dat ze moesten weggaan. Op 6 mei 2013 geeft verzoeker aan dat er
gevraagd wordt om ongelukken als hij op een andere afdeling wordt geplaatst. Hij geeft aan dat hij niet meer voor zichzelf instaat. De dagen daarna blijft verzoeker dwingend, wisselend dreigend en wisselend in het geven van garanties. Hij blijft
aangeven dat hij in afzondering wil blijven en niet naar een afdeling van de inrichting wil terugkeren. De inrichting blijft elke dag toewerken naar opheffing van de afzondering, maar verzoeker voldoet tot op heden niet aan alle voorwaarden voor
beëindiging van de maatregel. Gezien verzoekers gedragingen is de afzondering op 17 mei 2013 verlengd. De afzondering had op 2 mei 2013 verlengd moeten worden en vóór die tijd had daartoe een machtiging aangevraagd moeten worden. Dit vormverzuim is
niet
zo zwaarwegend dat er een spoedeisend belang is bij schorsing, maar zal wel in de beklagprocedure worden opgepakt.

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van een beslissing van het hoofd van de inrichting slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de
orde is daarom slechts de vraag of de beslissing van 17 mei 2013 tot verlenging van de op 4 april 2013 opgelegde afzondering in strijd is met de wet dan wel zodanig onredelijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van
die beslissing van het hoofd van de inrichting.
Naar het oordeel van de voorzitter is dat, mede gelet op de inlichtingen van het hoofd van de inrichting over verzoekers gedragingen, niet het geval. Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie is het ontbreken van de wettelijk vereiste
machtiging tot verlenging van een afzonderingsmaatregel zodanig ernstig dat afzondering, ook als daarvoor op zichzelf gerechtvaardigde redenen bestaan, niet kan worden verlengd. Vast staat dat in dit geval wel een machtiging tot verlenging is
aangevraagd en verkregen, en wel van 17 mei tot 13 juni 2013. De afzondering in de periode van 2 mei 2013 tot 17 mei 2013 is derhalve niet gedekt door een machtiging tot verlenging, en vanaf 17 mei 2013 tot op heden weer wel. In de schorsingsprocedure
is alleen de tenuitvoerlegging van de afzondering vanaf 17 mei 2013 aan de orde. Onder deze omstandigheden vormt het eerdere ontbreken van de machtiging over de periode van 2 tot 17 mei 2013 geen aanleiding de tenuitvoerlegging van de beslissing van 17
mei 2013 tot voortzetting van de afzondering te schorsen. Vanaf 17 mei 2013 is er een machtiging tot verlenging. In de beklagprocedure kan wel aan de orde komen of in de periode van 2 mei tot 17 mei 2013 sprake is van onrechtmatigheden en welk gevolg
daaraan moet worden verbonden.
Het verzoek zal derhalve worden afgewezen.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gegeven door mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 22 mei 2013

secretaris voorzitter

Naar boven